Deze roman gaat enerzijds over de tegenstelling tussen stad en land, tussen civilisatie, of wat ervoor doorgaat, en vasthouden aan oude tradities en barbarij. Het verhaal speelt in een imaginair en afgelegen dorp in de Oostenrijkse Alpen, waar satelliet-tv en nordic walking weliswaar hun intrede hebben gedaan, maar waar tradities in ere worden gehouden. Een hechte gemeenschap die niets op heeft met de buitenwereld, met elkaar leeft, met elkaar trouwt en waar al het moderne gewantrouwd wordt. Hiertegenover staan twee buitenbeentjes, opa en kleinzoon, die zich niet aanpassen en hun leven leiden tegen de verdrukking in. De jonge Oostenrijkse schrijfster (1988) heeft een uitstekende ontwikkelingsroman geschreven tegen de achtergrond van een met veel fantasie en met veel humor beschreven microkosmos van een achtergebleven bergdorp en zijn eigenzinnige bewoners. Ook antieke geschiedschrijvers maken hun opwachting en het taalgebruik is verrassend en creatief, doorspekt met alpien dialect. Achterin worden de personagers alfabetisch voorgesteld. Prima vertaling. Vrij kleine druk. Masquer le texte