Wat is de magische mix, de succesformule van de reeks rond Kleine Ezel? Volgens mij gaat het om de combinatie van herkenbaarheid, veiligheid, speelsheid en zachte moraal. Herkenbaar is op de eerste plaats het gedrag van Kleine Ezel en zijn vriendjes. De kleine lezer kan zich meteen inleven in het drukke gedoe en de trots van Kleine Ezel en Jakkie, die samen een racewagen hebben geknutseld. En ze zullen zich allicht ook herkennen in het feit dat de twee Schaapje afwijzen, die volgens hen stinkt naar pies. De volwassenen versterken overigens de negatieve houding tegenover het zwarte schaap: als er iets fout of slecht gedaan is, dan schuiven ze altijd de schuld in zijn schoenen, overigens doorgaans wel terecht: Schaapje plukt zomaar de rozen van Cavia, knoopt sokken aan elkaar en loopt overal met vuile voeten door. Als Kleine Ezel en Jakkie per ongeluk met hun racewagen een gat in de tent van Feestvarken knallen, geven ze ook de schuld aan Schaapje. Wanneer zijn mama hem ’s avonds in bad…
Lire la suite
Wat is de magische mix, de succesformule van de reeks rond Kleine Ezel? Volgens mij gaat het om de combinatie van herkenbaarheid, veiligheid, speelsheid en zachte moraal. Herkenbaar is op de eerste plaats het gedrag van Kleine Ezel en zijn vriendjes. De kleine lezer kan zich meteen inleven in het drukke gedoe en de trots van Kleine Ezel en Jakkie, die samen een racewagen hebben geknutseld. En ze zullen zich allicht ook herkennen in het feit dat de twee Schaapje afwijzen, die volgens hen stinkt naar pies. De volwassenen versterken overigens de negatieve houding tegenover het zwarte schaap: als er iets fout of slecht gedaan is, dan schuiven ze altijd de schuld in zijn schoenen, overigens doorgaans wel terecht: Schaapje plukt zomaar de rozen van Cavia, knoopt sokken aan elkaar en loopt overal met vuile voeten door. Als Kleine Ezel en Jakkie per ongeluk met hun racewagen een gat in de tent van Feestvarken knallen, geven ze ook de schuld aan Schaapje. Wanneer zijn mama hem ’s avonds in bad stopt, geeft zij Kleine Ezel zonder dat ze het beseft iets om over na te denken: ‘Voor een ongelukje krijg je geen straf, zolang je het maar eerlijk vertelt.’
Die nacht krijgt Kleine Ezel het benauwd, wat Annemarie Van Haeringen treffend verbeeldt door zijn kamer eng en grijs te tekenen, als een gevangenis. De volgende morgen biechten Kleine Ezel en Jakkie aan Feestvarken op dat zij de schuldige zijn. Feestvarken gaat meteen op zoek naar Schaapje en geeft hem een groot stuk bessentaart en zijn excuses. En jawel hoor, Schaapje deelt zijn taart met de twee rakkers. Lief van schaapje, vinden ze… Maar waar is hun racewagen? Op de prent zie je dat Schaapje zijn kuren nog helemaal niet verleerd heeft.
Voor het gevoel van veiligheid zorgt vooral de moeder van Kleine Ezel, die hem altijd een warme thuis biedt, wat hij ook mispeuterd heeft. De speelse humor steekt vooral in het kattenkwaad van Kleine Ezel en zijn vriendjes, in dit boek ook in de streken van Schaapje. De vrolijke humor en het warme gevoel van veiligheid vind je niet alleen in de tekst, maar ook in de illustraties. De waterverfschilderijen van Annemarie van Haeringen met veel geel en roze sluiten mooi aan bij de gevoelens. Behalve de kleuren drukken ook de gezichten en de lichaamshoudingen treffend de emoties uit. De prenten ogen met hun overwegend witte achtergrond sober, maar bieden toch voldoende extraatjes om te ontdekken, van duikende kikkers tot de gestolen sokken, die heel nuttig blijken te zijn. Op het eind neemt de prent het verhaal over van de tekst, wat de kijkers en lezers een bevredigend gevoel geeft, omdat ze meer zien en dus weten dan de personages. Om dat goed gevoel, daar gaat het om, tot op de laatste pagina.
[Jan Van Coillie]
Masquer le texte