Hoe de skyline van New York verdwijnt in de grond: het is een beeld dat Peter Verhelst al meedroeg sinds Tongkat (1999), maar pas in 2001 zette hij het op papier. Enkele maanden later kwamen de WTC-torens naar beneden en stond er geen stop meer op de fictie overtreffende werkelijkheid. Zoals menige andere schrijvende tijdgenoot voelde ook Peter Verhelst de jeuk om 'zijn' tijd te verdichten. 'Het ware onverantwoord geweest om nog maar eens met sprookjes of andere mythische verhalen aan te komen zetten. Tongkat is niet gelezen zoals het hoorde. De geschiedenis schreeuwde in mij om een andere taal, een andere vorm. En dat werd de zwerm.'
'Ik heb dingen gezien." Het zinnetje komt als een mantra terug door het hele boek. Zwerm is bevolkt met mensen die, zoals de lezer, veel klokken horen luiden maar weinig klepels zien. Feiten uit de geschiedenis van de vorige eeuw rijgen zich aan elkaar in een woeste en verwoestende film: de wereld zelf ligt op sterven en ziet 'zijn' leven passeren. Mijlpalen uit de geschiedenis, van de holocaust tot 9/11, krijgen door hun opeenvolging en verstrengeling een diepere, meestal angstaanjagender betekenis: van de lof van Adolf Hitler op de Amerikaanse eugenetica over de experimenten van kampdokter Mengele naar de bewust besmette Vietnam-soldaten, levende virusbommen, in Israël ontworpen biologische computers en de vogelpest. Complotten? Heel zeker. Paranoia? Ook. Prettig gestoord googelen? Evenzeer.
"Ja, het is een boek met een boodschap", zegt Peter Verhelst. "Maar het is eerst en vooral ook een literair werk. Ik heb er me ongelofelijk goed mee geamuseerd." Zijn zoon Alexander (11) ook. "Ik vroeg me luidop af wat hét wapen van de Vietnam-oorlog was. Zei Alexander zonder verpinken: de M16, waarop hij mij naar een website loodste met alle modellen. Ook dat is schrijven, een spel. Zoals mijn zoon verbeten kan spelen met zijn autootjes en daar in zichzelf hele verhalen bij kan verzinnen: zo opgaan in je verbeelding, dat is heerlijk, dat is de hele kunst."
Best mogelijk dat het plezier van Zwerm de lezer ontgaat, dat de zwartgalligheid de lezer zelfs boos maakt. Dat zal de schrijver niet deren. Verhelst vindt sowieso dat mensen te zelden verontrust worden door - in die volgorde - politici, media en kunstenaars. Ook dàt is Zwerm: een verdomd verontrustend en benauwend boek. Het wordt ronduit creepy als Verhelst laat zien hoe slachtoffers hun beulen perfectioneren en van het eigen lichaam het dodelijkste aller wapens maken. De hoop op een betere wereld van een overlevende van de nazi-kampen wordt een nog destructievere nachtmerrie. In Zwerm lijkt de geschiedenis van de wereld aan een razend tempo op weg naar een nieuw zwart gat.
Wie de nieuwe Verhelst binnenstapt, doet er goed aan om zijn ongeloof te laten varen. Het is, in alle opzichten, een besmettelijk boek. En Verhelst verwacht er veel van. Zonder zichzelf te willen vergelijken met Louis Paul Boon of Ivo Michiels, vindt hij het in zijn eigen oeuvre wel zijn Kapellekensbaan, zijn Alfa-cyclus.
Stefan Hertmans liet de actualiteit binnen in zijn jongste werk, Paul Verhaeghen omspant de twintigste eeuw in Omega minor. Ook Zwerm wekt de indruk van hoogdringendheid: de geschiedenis van straks is nú bezig en het moet ook nu in een Groot Boek.
"Ik had zeker behoefte aan een groot verhaal. Dat ontbrak in mijn vroegere werk, daar heerste bewuste versplintering. Ik wilde weleens het tegenovergestelde doen, een grote reconstructie maken. In 2000 begon ik aan een oerversie van wat Zwerm uiteindelijk is geworden. Daar ging het over de vraag waarom de aarde draait. Maar schrijvenderwijs zag ik het uitgroeien tot een spin-off van Tongkat, het werd weer een sprookje. Ik ben ermee gestopt en ben beginnen lezen. Geen literatuur, maar wetenschappelijke werken, over zwarte gaten en andere fenomenen. Voor een leek lijkt het bijna poëzie. Mooier en sterker zelfs, omdat je een glimp opvangt van iets waarvan je het fijne niet weet. In 2001 begon ik dan te schrijven aan een boek over een stad, New York, waar alle wolkenkrabbers langzaam in de grond zakken. Toen ik twintig pagina's had, kwam 9/11. En toen ging het niet meer. Plots leek het lijkenpikkerij. Beelden raken ook zo vreselijk besmet door die gruwelijke anekdotiek, alles wordt plots een bijna belachelijke voetnoot bij de actualiteit. Ik heb daar lang mee geworsteld. Telkens als ik vanaf dat moment aan iets nieuws begon, gebeurden er dingen die de fictie ver overtroffen. Je kunt niets sterkers verzinnen. Toen dacht ik: keer het om, laat de werkelijkheid binnen in het boek."
Hield u die werkelijkheid voordien dan bewust buiten het boek?
"Ja, omdat ik een enorm wantrouwen koesterde tegenover literatuur die pretendeert geëngageerd te zijn. Veelal is dat flutliteratuur. In ons taalgebied overstijgen alleen Louis Paul Boon en Ivo Michiels dat. Ook ik heb altijd geprobeerd relevante literatuur te schrijven, en daarmee zat ik zeker na Tongkat in de knoop. Tongkat is ook een politiek boek, maar het is verpakt in een soort sprookje. De inhoud is volledig op de achtergrond verdwenen."
U kreeg vooral lof voor de esthetiek.
"Ja, voor de roes van de taal. Ook belangrijk, maar wat ik echt wou met Tongkat is de lezer aan den lijve laten voelen wat terrorisme is. Het doel van terrorisme is dat het alle zekerheden omverwerpt en dat het tot volslagen paranoia leidt. Ik begreep dat ik meer werkelijkheid moest introduceren om dat over te brengen. Ik begon een vorm te zoeken en uiteindelijk werd dat de zwerm. Het is een warreling waarbij je alle soorten werkelijkheid binnen kunt laten. Ik wilde een boek maken dat een soort archiefkast van ons collectief geheugen is: het beeld van het door napalm verwonde meisje in Vietnam, de Chinese student voor de loop van een tank op het Plein van de Hemelse Vrede..., de oerbeelden van de recente geschiedenis. Op het einde stolt die hele film in het oerbeeld der oerbeelden: de gaskamers. Geen enkel beeld van onze westerse beschaving is zo verpletterend. De camera zoomt in in de oogholte van een meisje in het kamp, dieper en dieper tot je de oerpixel ziet, terug naar het ontstaan van het heelal."
Van zwart gat naar zwart gat.
"Voilà. In de genetica weet men dat als je de juiste dingen uit de helix knipt, je 'juiste', 'goede' mensen kunt maken. Eigenlijk kan het. Vraag is: waarom doen we het dan niet? Dat houdt me heel erg bezig."
In Zwerm streven nogal wat personages naar perfectie. Het mondt telkens uit in gruwel die al het voorgaande overtreft, die de makers zelf verzwelgt. Er staat geen hoop tegenover. Alleen naar het einde toe, in tien verwarde regeltjes, krijg je een glimp van hoe een betere wereld zou kunnen zijn.
"Ja, en dat is dan nog de monoloog van iemand die op zijn sterfbed ligt. Niemand verstaat hem bovendien. 'Hij ijlt', is het enige commentaar. Het verwijst naar Jacques Derrida die op het einde van zijn leven zijn grote droom uitsprak. Hij zag hoop in de andersglobalisten omdat ze nog bezig zijn met solidariteit. Dat woord is de laatste tien jaar verdampt. Derrida had het over hoop op een redding zonder messias, de hoop die je krijgt wanneer je elke overspannen hoop achter je hebt gelaten. Dan ben je vrij. Zodra er leiders en grote plannen aan te pas komen, loopt het fout, zoals de afgelopen honderden jaren, van Vietnam tot de Balkan, van de holocaust tot de jihad. Elke ideologie die absoluut is, creëert monsters. Met de ontkerkelijking in de wereld was de mensheid niet slecht op weg."
De slinger gaat nu wel weer in een rotvaart de andere kant uit: in plaats van minder ideologische scherpslijperij, komt er almaar meer. Als de clash der beschavingen van Samuel Huntington er al niet uit zichzelf zou komen, zullen de groten der aarde, met George W. Bush en Osama bin Laden voorop, het wel organiseren.
"Natuurlijk. Maar zo'n droom van wereldsolidariteit is wel het enige alternatief. Alles is besmet, en daar valt goed mee te leven als je de mensen geen dromen van absolute zuiverheid voorhoudt. Dat is de gruwel van de politieke correctheid, de hypocrisie ook. Zoals de wereld besmet is door Al-Qaeda, is de Belgische politiek besmet door het Vlaams Belang. Misschien zelfs omdat ze niet aan de macht zijn en altijd maar meer stemmen verzamelen, worden de andere partijen er zo zwaar door besmet dat ze op min of meer bedekte wijze zoveel standpunten van het VB overnemen. Dat heet auto-immuniteit. Het is zoals met het terrorisme: de bestrijders worden besmet. Terrorisme zorgt ervoor dat de democratie ontspoort. Paradoxaal genoeg moet de democratie zichzelf opheffen om te overleven. Het gebeurt onder onze neus: de ruk naar rechts is gigantisch."
Ook de binnenlandse politiek fluisterde u dus de hoogdringendheid van dit boek in?
"Natuurlijk! Het is geschreven vanuit een soort woede. Zwerm is een aanklacht. Ik zou het tamelijk onverantwoord hebben gevonden om nog eens een bundel sprookjes op de mensen los te laten."
Maar wat klaagt u precies aan? Het boek lijkt me veeleer één uitgesponnen statement over de ondergang van de wereld.
"Het is een aanklacht, maar geen pam-flet. De lezer krijgt geen antwoord, precies omdat we moeten genezen van die drang naar sluitende antwoorden. Dat staat ook expliciet in het boek: ik ben het beu dat iedereen komt vertellen dat alles in orde is, terwijl dat manifest niet zo is. Zwerm wil een vraag zijn. Eigenlijk is dit boek het kapitalisme in zijn meest excessieve vorm, het is de grote slokop, het soort ding dat alles recupereert en verspilt en naar een eindpunt ijlt. Dat is voor mij de definitie van het kapitalisme. Alles wordt opgenomen en verteerd. Dat heeft gevolgen die maar weinigen onder ogen willen zien. Wat betekent ethiek bijvoorbeeld nog? Het betekent heel eenvoudig dat je niet doodt en dat je een ander niet aandoet wat je zelf niet wilt worden aangedaan. Het wordt elke dag magistraal met de voeten getreden, maar toch blijven we het als een aureooltje boven ons hoofd hangen. Bush doet het, Bin Laden doet het, wij doen het allemaal: we gebruiken de ethiek als een schaamlapje, het is een alibi geworden voor puur geweld."
Zoals de Londense politie die in de metro een onschuldige neerkogelt in de strijd tegen het terrorisme?
"Ja, natuurlijk. Bij ons vertaalt het zich anders: hier heeft het VB de ethiek in handen en ze gebruiken het om de grootste onzin te verkopen. En er is geen tegenspraak. Er bestaat nu geen discussie over, geen visie op langere termijn."
In 1998 had u het over uw eigen werk als over 'hallucinaties van een wereld die op sterven ligt'. Dat is met Zwerm wel letterlijk zo.
"Dat is het helemaal. Er is ons beloofd dat we ooit ons leven voorbij zullen zien flitsen. Ik kan niet wachten, bij wijze van spreken. Ook dat is mijn boek. Stel dat de wereld sterft, wat zie je dan voorbijflitsen?"
Een sleutelzin in het boek is: 'Ik heb dingen gezien.' De geschiedenis verandert terwijl we er bij staan, maar we hebben er nog geen taal voor. We vatten ook de samenhang van de gebeurtenissen niet.
"Na 9/11 dacht men: het is gebeurd. Zelfs taal moet opnieuw zin krijgen, want we moeten dingen kunnen benoemen om ze eindelijk te vergeten. Hoe gruwelijk ook, het was lachwekkend hoe Amerika van 9/11 een eigen holocaust probeerde te maken. Hét symbool van de belaagde vrijheid. Hallucinant! Alsof de vrijheid niet door veel andere en fundamentelere zaken belaagd wordt dan door enkele terroristen. Hoe erg die aanslagen ook waren, die duizenden doden zijn maar een fractie van de schade die wordt aangericht door de dagelijkse auto-immuniteit in Amerika. De democratie maakt meer slachtoffers dan de andere kant."
U noemde uzelf eerder al eens een 'collega van Osama bin Laden'.
"Dat was ongelukkig verwoord. Ik bedoelde wel dat je je in de logica van die mensen moet proberen te verplaatsen. Het enige wapen dat ze nog hebben is hun lijf. En dat zullen ze gebruiken ook. Het is de natte droom van Al-Qaeda: dat de organisatie niet meer nodig is, omdat de hele wereld Al-Qaeda is geworden, iedereen een potentiële zelfmoordenaar. De manier waarop wij minachtend omgaan met de Arabische wereld, is waanzin. Hoe kan Israël in godsnaam zo stom zijn om te geloven dat ze een heel volk kapot kunnen maken? Je weet dat iemand die op de rand van vernietiging staat, bijzonder gevaarlijk wordt. Verwoestend uithalen is het enige wat je nog hebt. Terrorisme had nog een zeker hoger doel, onafhankelijkheid of vrijheid. Maar zelfs dat is nu aan het wegvallen. Terrorisme dient geen hoger doel meer, het wil enkel wanorde creëren."
Niet alleen is er die totale paranoia, er is ook de wetenschap dat de wereld op dit moment, met zijn nucleair wapentuig en virussen, een bijzonder gevaarlijke plek is geworden. De 'duizendjarige droom van de Algehele Besmetting' kan elk moment werkelijkheid worden.
"Natuurlijk, de droom van Adolf Hitler. Er is niets meer nodig om hem te verwezenlijken."
Israël trok er na de oorlog ook lessen uit. U waagt zich in Zwerm soms op heel glad ijs: Hitler leert van de Amerikanen, de joden leren van Mengele.
"Waar de Israëli's in het Midden-Oosten mee bezig zijn, valt te begrijpen uit hun achtergrond. Ze hebben de holocaust meegemaakt. Maar dan dreigt de gruwelijke logica van het slachtoffer dat beul wordt. Israël is van de Palestijnen een nieuw joods volk aan het maken. Ze zullen wel woest zijn als ze dit lezen, ze zullen wel zeggen dat je de holocaust niet kunt vergelijken met wat Israël met de Palestijnen doet. En dat zal ook wel, ze hebben inderdaad niet het soort meesterplan van Hitler, maar af en toe krijg ik het toch benauwd van de parallellen."
En er is geen tegengif om deze en andere gruwelijke logica's te doorbreken?
"Het enige, minieme en onhandige droompje dat ik zie, is dat er op kleinschalige manieren weerwerk wordt geboden. Dat de geest van het andersglobalisme bijvoorbeeld zich zo krachtig zou verspreiden als het terrorisme. Dat het tot speldenprikjes kan leiden, waardoor mensen inzien dat solidariteit de enige weg is. Maar we zijn ver van huis. Ook in eigen land. De enige partij die het in haar grondbeginselen heeft, is Groen!, maar die partij moest zo nodig mee regeren. Eigenlijk zou ze moeten werken zoals het VB, dat meer invloed heeft dan macht en daarmee de anderen besmet. Ik hoop dat ook de andersglobalisten verdeeld blijven en vooral geen politieke partij vormen, dat ze in al hun veelkleurigheid vragen blijven stellen. Als de staat nog een functie heeft voor mij, dan is het de mensen opvoeden tot onzekerheid."
Vroeger was dat de taak van de intelligentsia: achter elk uitroepteken een vraagteken zetten. U verwacht het klaarblijkelijk niet meer van intellectuelen, kunstenaars of media?
"Nee. Ik vind het zelfs misdadig hoe het ertoe gaat. De media maken het allemaal zo hapklaar mogelijk. Ik zie ook hoe kunstenaars bij wijze van spreken hun artistieke afleveringen van FC De Kampioenen proberen te maken. Ze proberen iets herkenbaars af te scheiden, of althans, iets wat beantwoordt aan wat we denken te kennen. Ze stellen gerust in plaats van te bevragen. Ik zie geen visie, enkel opportunisme. Ook in de media. Er wordt nooit context gegeven. Dat is nochtans de plicht van journalisten, en ook van wie boeken schrijft: context creëren waarin duidelijk wordt dat de dingen veel complexer zijn dan we graag horen. We hebben de mensen zo in slaap gewiegd met oneliners, we hebben de schijn opgehouden dat alles wel in de hand te houden is. We zouden moeten blijven herhalen dat dat niet zo is, maar dat de hoop er juist in bestaat dat je de hoop op zekerheden opgeeft. Maar dat verkoopt niet, dat zit ook niet in onze cultuur. Het druist in tegen alles wat we sinds de Verlichting aangeleerd zijn in de westerse wereld. Ons is ingepeperd dat we het op een dag allemaal zullen weten. Bullshit. En dat neem ik de politieke wereld, de media en de kunstwereld ongelofelijk kwalijk. Dat ze die mythe niet doorprikken, dat ze niet elke dag zeggen: leer ermee leven. Een politicus die dat zegt, heeft er natuurlijk gelegen, maar het is wel zijn job. Dat eerder dan het creëren van luchtspiegelingen."
Louis Paul Boon had dezelfde woede in zich: maar mensen, kijk dan toch, hoe het naar de kloten gaat!
"Ja, en hij voelde zich de hofnar. Ook ik ben dat een beetje beu aan het worden. Je bent de hofnar, die iets meer mag zeggen dan de anderen, die er een schouderklopje voor krijgt - goed gezegd jongen! - en daarna weer in het mandje. Hoe hard je ook brult, je bent en blijft de zot van de familie. En soms doe je dan iets waardoor ze ontroerd zijn: goh, zie eens hoe schoon!"
Tongkat, de hype, alweer?
"Een beetje wel, maar ik heb het niet alleen over mezelf. Je mag nog zulke extreme dingen doen om het systeem aan te klagen of je ervan af te keren, het systeem accapareert dat. Het enige wat je kunt hopen, is dat je af en toe een klein beetje discussie losweekt. Maar dan nog, dan moet je het heel gevat en liefst grappig kunnen verwoorden en zo zit je toch weer in het schema dat je zegt te willen doorbreken. Stel dat je op een toren klimt en een vlammende toespraak tot de bevolking houdt, en je jezelf vervolgens bij wijze van statement te pletter gooit: dan kom je in het nieuws, voor of na het item over de reuzenpompoen, dan bèn je een piek in de kijkcijfers. En zo wordt alles onschadelijk gemaakt door het te vermalen tot een sensationeel fait divers. Ook daarom wilde ik zo'n turf van een boek maken. Het gaat in tegen alles wat nu gangbaar is, tegen de spanningsboog van tien seconden om te voorkomen dat je wegzapt."
666 pagina's duurt het, om precies te zijn. In 2003 zei u nochtans in Humo: 'Na Tongkat werden mijn boekjes almaar dunner en kleiner, het kon niet anders eindigen dan in iets heel geconcentreerds. Mijn ideaal is één zin over te houden waar de lezer of toeschouwer een dag van nazindert.'
"Dat komt wel. (lacht) Dit boek kon niet anders dan overvloedig zijn. Maar ik ben net zo goed weer heel erg bezig met poëzie. Zwerm had honderden pagina's nodig, maar het kan de volgende keer net zo goed één bladzijde zijn of een theatertekst van vier regels. Sommige zinnen van Samuel Beckett bevatten veel meer inzicht dan romans van vierduizend bladzijden. Het fantastische aan poëzie is dat het een concentraat is. Zoek de Beckett in jezelf! Laat alles in je stollen tot die ene gedroomde regel. Ik kreeg vroeger vaak het verwijt dat ik te barok schreef. Onzin, maar goed, van Zwerm zal men het zeker niet kunnen zeggen. Als je zo'n dik boek schrijft, kun je je niet veroorloven om constant excessief te schrijven. Dus hou ik het sec, werk ik vaak met bijna letterlijk uit historische documenten geplukte tekst."
Kijk eens aan: Peter Verhelst houdt rekening met de lezer!
"Dat heb ik altijd gedaan, maar het is wel waar dat ik ouder en milder word. Mijn puberteit heeft vrij lang geduurd. Ik heb geleerd dat er verschillende vormen van irritatie zijn en dat sommige daarvan tegen het boek werken. Mijn eerste dichtbundels waren bewust zeer hermetisch: ik wilde staan roepen van kom binnen kom binnen en neem mij eens goed vast, terwijl ik ondertussen met zowat elke lettergreep een muur opwierp. Dat doe ik nu niet meer, niet omdat ik de lezer wil behagen of omdat ik commerciëler zou denken, maar omdat ik mensen wil verleiden om tot het einde te lezen. Een boek moet schoon zijn, dat is volgens mij ook een vorm van engagement. Ik geloof nog altijd in de waarde van schoonheid, en ik zeg dat zonder ironie. Ironie is het excuus dat altijd weer wordt gebruikt om het niet over de kern van de zaak te hebben."
Ook van het relativisme van de postmoderne jaren tachtig en negentig zijn we dus verlost?
"Ik heb me daar nooit echt verwant mee gevoeld, omdat het altijd op een heel vrijblijvende manier waarheden verzweeg. Goed, ik heb er soms aan meegedaan. Ook ik heb weleens gezegd tegen de lezer: lees mijn boeken maar zoals je wilt, en elke mening is evenveel waard. Maar dat is niet waar. Ik schrijf dus ik manipuleer. Ik wil de blik van mijn lezer in deze of gene richting richten. Dat is schrijven, daar moet je niet schijnheilig over doen. Zwerm heeft niet één boodschap, maar ik hoop wel dat je na lectuur ervan een aantal morele vragen hebt. Die moet je dan maar buiten het boek voor jezelf oplossen. Ik geef geen antwoorden."
Er staan gruwelijke martelscènes in het boek.
"Die waren aanvankelijk nog veel gruwelijker. Ik vond dingen op het net waarvan ik dacht: kan een mens zoiets doen? De creativiteit van onze soort is werkelijk onovertroffen. Men maakt anderen niet gewoon kapot, men vernedert, men degradeert hen tot een ding. Ik heb geschrapt in dat soort scènes omdat het anders zijn effect verliest. De zuinigheid maakt de vuistslag groter."
Af en toe zit er in het boek een sprankeltje licht. Of dan toch de hunker naar een eenvoudigere, onschuldigere, mooiere wereld.
"Het is zoals een vrouw die opnieuw maagd wil worden. Je kunt niet terug naar het paradijs, maar het betekent niet dat je niet af en toe een soort aanvallen van nostalgie kunt hebben en dat je daar ook volop recht op hebt."
Bestaat het echt niet? U had het daarnet toch ook over de drang naar schoonheid?
"Dat is iets anders. Schoonheid, dat is wat me overviel toen ik enkele jaren geleden Small Hands van Anne Teresa de Keersmaeker zag. Dat was zo perfect, zo'n verbijsterend mooie ode aan de schoonheid. Zonder knipoog, zonder verontschuldiging. Ik kwam totaal verward buiten. We zijn in de kunst zo vaak bezig geweest, ook in het toneel, met het exploreren van gruwel en lelijkheid, en dan word je plots ontroerd door iets wat niet anders wil zijn dan schoonheid. Dat heeft een ongelofelijk troostend effect. Ook Gerard Mortier vroeg zich onlangs af of we niet moesten ophouden met altijd maar te willen shockeren, of we niet gewoon... meer mooie dingen moeten gaan maken. Neem het Stabat Mater - de muziek dan wel, niet de tekst -, dat is zo perfect, zo harmonisch mooi dat het, tja, wat doet het?"
Het appelleert misschien aan de soms overweldigende behoefte aan een nulpunt te midden van de kolkende zwerm van lawaai, betekenissen, feiten. Aan wat in 'Berceuse' van de door u geciteerde Paul van Ostaijen heet: 'naakt zijn en beginnen'.
"Het staat er inderdaad niet toevallig. Maar het is altijd in de wetenschap dat we nooit een tweede keer geboren kunnen worden, dat we niet opnieuw maagd kunnen zijn. Maar dat is niet erg. Laten we vooral niet geloven in ideologieën die ons dat wel beloven. Gewoon, af en toe troost vinden in iets wat mooi gemaakt is, dat is genoeg. Daarom omring ik er mij thuis ook graag mee."
Ook het gruwelijke wordt in uw boek soms onwezenlijk mooi. Mensen staan met open mond naar een zwerm glassplinters te kijken, zoals men op de hoogste verdieping van de WTC-torens op 9/11 wellicht verlamd naar het aankomende vliegtuig heeft staan staren.
"Gruwelijk subliem. Dat is het afschrikwekkende van bepaalde vormen van schoonheid. Zoiets op je af zien komen, dat moet een ervaring zijn waarvan je duizelt. Maar het is en blijft natuurlijk gruwelijk. 9/11 of Auschwitz, het blijven abstracties tot je een kinderschoen ziet liggen. Dan slaat het je in je gezicht."
De mens creëert schoonheid, maar anders dan de dinosaurus is de mens ook het enige wezen dat wellicht niet door een externe kracht maar door eigen hand zal verdwijnen.
"Dat is overduidelijk zo. We weten absoluut zeker dat we tegen de muur kwakken, als we verder doen zoals we bezig zijn. We zien het elke dag, we zien het aan onze kinderen die allemaal aan het beademingstoestel moeten, we zien het aan ons eigen lijf. We zijn besmet. Het gemak waarmee we dat naast ons neerleggen en meedoen aan de vernietiging, is hallucinant. Alles wordt in stelling gebracht om dat te weerleggen, om ons te sussen, terwijl je verdorie ziet dat we naar de afgrond ijlen."
Om terug te keren naar mijn ene vraag: als het met de geschiedenis van de wereld gesteld is zoals u het in Zwerm laat uitschijnen, dan rest er ons weinig meer dan de eeuwige depressie.
"(lacht) Nee, er is de troost van de ultieme wanhoop. Eindelijk bevrijd van de hoop. Dan kom je ook tot een dieper begrip. Als je ziet wat mensen allemaal doen om niet eenzaam te zijn. Er komt een soort mededogen over je, als je die opgeschroefde hoop kunt laten varen. Ik hoop echt dat de mensen ook dit uit mijn boek halen: dat het geen enkel probleem is om jezelf van de grote droom te bevrijden. Het maakt het leven zelfs eenvoudiger. Het zorgt voor een iets gerustere manier van leven, omdat je niet langer bij alles wat je doet, moet denken: waarom, waartoe? We proberen maar hé. Ik zeg absoluut niet dat je het verlangen moet uitschakelen, integendeel, het is de enige motor die we hebben, maar ga er altijd vanuit dat de droom nooit werkelijkheid wordt. (windt zich op) Jeezes, natuurlijk wordt het nooit wat het moet zijn, en natuurlijk hebben we tegelijkertijd dromen nodig, anders komen we onze tent niet uit. Ik hou van het idee dat alles labiel en vloeibaar is. Ik vind dat niet erg. Uiteindelijk weten we nu ook al dat het heelal leeg zal eindigen, dat alles zal uitdijen tot één enorm leeg ding. Dat is geruststellend toch?"
Masquer le texte