De tijdcapsule is een verhalenbundel waarin het magische jaar 1999 en de verre toekomst centraal staan. De bundel bevat zeven kortverhalen die telkens door een andere auteur geschreven werden.
Het eerste verhaal, 'Het achter20ste kleinkind van Pieter Devries', beschrijft hoe een jongen in het Amsterdam van 2999 een koker vindt. De koker blijkt een tijdscapsule en komt in handen van Pieter de Vries, de stadsarchitect, die de capsule opstuurt naar 1999. Een voorvader van de stadsarchitect vindt de koker in de tuin en laat hem onderzoeken, maar omdat niemand in de 20ste eeuw gelooft in tijdreizen belandt de capsule in de vergeethoek om later in 2999 ontdekt te worden. 'De koepelkinderen' verhaalt over de vlucht van drie kinderen uit de koepel naar de buitenwereld. De koepelmensen leven in een steriele, kunstmatige wereld. Hun wordt voorgehouden dat ze buiten de koepel niet zouden overleven, maar recente ontdekkingen bewijzen het tegendeel. 'De hiddekop' geeft de onvrede weer van een jongetje Hidde over zijn familie en als reactie hierop begint hij op kerstavond 1999 een kop uit steen te hakken naar analogie met de reusachtige hoofden op het Paaseiland in de hoop hiermee de wereld te veranderen. 'De dissidenten' behandelt de problematiek van de milieuverontreiniging waarbij de genetisch gemanipuleerde dieren in de verre toekomst het roer in handen nemen. Een wetenschapper en zijn dochter trachten een van de vorige generaties te waarschuwen via een tijdmachine. 'Opperduinen, zomer 3003' beschrijft hoe kinderen tot hun 18 jaar afgeschermd leven. Als ze 18 worden, verdwijnen ze.... In 'www.toekomst.nl' lezen we hoe in de verre toekomst de kinderen door hun uitgebreide computerkennis de macht in handen nemen en alle volwassenen opsluiten. Het laatste verhaal, 'De bron van de eeuwige jeugd', beschrijft hoe volwassenen door besmet drinkwater weer kinderen worden.
Deze verhalenbundel is niet alleen geschikt om zelf te lezen in de derde graad van het basisonderwijs, maar leent zich ook voor voorlezen in de derde graad en zelfs eerste graad van het secundair onderwijs: het zijn korte, krachtige verhaaltjes die je als lezer en luisteraar meeslepen in de wonderbaarlijke toekomst. Bovendien kan dit voorlezen een uitstekende aanzet vormen om met de leerlingen zelf een toekomstverhaal te gaan schrijven. De vlotte vertelstijl en de vele prenten maken het lezen aangenaam. Een leuke en geslaagde bundel. Vanaf 11 jaar. [Nico Donckers] Masquer le texte