In de ecologisch verantwoorde theatervoorstelling 'Don Kyoto' ontpopt creatieve duizendpoot Dimitri Leue (geb. 1974) zich tot een ware groene ridder: slechts gezeten op een eenvoudig rijwiel produceert hij eigen energie. Saillant detail: op diezelfde fiets trekt Leue door het Vlaamse landschap, van het ene naar het andere cultuurcentrum, meer dan 2000 km in totaal. De schriftelijke bewerking van Leues voorstelling vindt zijn neerslag in de gelijknamige jeugdroman, een zelfverklaarde aanklacht tegen milieuvervuiling en een politiek pleidooi tegen extremisme.
Behalve theatermaker, acteur, regisseur en kernlid van 'De Kakkewieten', verdiende Leue reeds zijn sporen in de kinder- en jeugdliteratuur. Zijn debuut Lodewijk de koningspinguïn (De Leeswelp 2004, p. 361), een dromerig relaas over een naïef-romantische koningspinguïn, werd lovend onthaald door critici, al waren het toch vooral de illustraties van Sabine Clement die de bijwijlen onbeholpen tekst overeind moesten houden. Daarna …
Lire la suite
In de ecologisch verantwoorde theatervoorstelling 'Don Kyoto' ontpopt creatieve duizendpoot Dimitri Leue (geb. 1974) zich tot een ware groene ridder: slechts gezeten op een eenvoudig rijwiel produceert hij eigen energie. Saillant detail: op diezelfde fiets trekt Leue door het Vlaamse landschap, van het ene naar het andere cultuurcentrum, meer dan 2000 km in totaal. De schriftelijke bewerking van Leues voorstelling vindt zijn neerslag in de gelijknamige jeugdroman, een zelfverklaarde aanklacht tegen milieuvervuiling en een politiek pleidooi tegen extremisme.
Behalve theatermaker, acteur, regisseur en kernlid van 'De Kakkewieten', verdiende Leue reeds zijn sporen in de kinder- en jeugdliteratuur. Zijn debuut Lodewijk de koningspinguïn (De Leeswelp 2004, p. 361), een dromerig relaas over een naïef-romantische koningspinguïn, werd lovend onthaald door critici, al waren het toch vooral de illustraties van Sabine Clement die de bijwijlen onbeholpen tekst overeind moesten houden. Daarna volgden nog Even gelukkig (De Leeswelp 2006, p. 247), een bundel met 13 liefdesverhalen en Gaande weg: reis rond het leven in 33 dagen (De Leeswolf 2007, p. 718) een samenwerking met fotograaf Stef Stessel.
In Don Kyoto, een 'roman' van nauwelijks 60 pagina's slaat Leue resoluut een andere weg in, en ent hij zijn verhaal ? hoe kan het ook anders met zo'n ronkende titel ? op Cervantes' alomgeprezen parodiërende epos. De originele Don Quichot ? een parodie op de populaire ridderromans ? wordt door literatuurwetenschappers nog steeds beschouwd als de eerste grote Europese roman, omwille van zijn bijtende satire op de (ridder)roman, humoristische intermezzo's en de tegenstelling tussen geest en lichaam (verbeeld door Don Quichot en z'n knullige knecht). Het lijkt dan ook onbegonnen werk om de verhaallijn en thematische aspecten van een literair meesterwerk van om en bij de 1200 bladzijden te herleiden tot een boekje van nauwelijks 60 pagina's.
In 12 korte hoofdstukjes, voorzien van voor- en nawoord, staat de absurde queeste van Don Kyoto, alias Werther Knudde centraal. Als gevolg van langdurig tv-kijken, haspelt onze anti-held allerhande nieuwsberichten, documentaires en films door elkaar. In deze verwarde zijnstoestand herdefinieert Knudde zijn levensdoel: "Vanaf nu ben ik Don Kyoto, de geheim agent, en ik ga naar Brussel om de heilige stier, Djambo, te bevrijden. Ik breng hem naar New York, daar sterven de mensen niet meer, dus is de kans groot dat stieren er ook lang leven." De transformatie van het hoofdpersonage vindt echter al te bruusk plaats, en wordt bovendien onvoldoende gemotiveerd. Meteen valt ook een eerste stilistische zwakte op: Leue verliest zich al te vaak in gewild humoristische passages en onbeholpen breedsprakigheid. Woordspelletjes worden eindeloos uitgesponnen, het ontkrachten van maatschappelijk aanvaarde clichés gebeurt inhoudsloos: "Nee ook tegen geitenneuker zeggen tegen een moslim. Dat is niet grappig. Dat is niet grappig voor moslims die geen geitenneuker zijn. En ook niet grappig voor geitenneukers die geen moslim zijn maar bijvoorbeeld Jood. Dat is zeker niet grappig voor die geit".
Pas als Don Kyoto z'n knecht Jantje Panda (een flauwe en al te makkelijke verbastering van Sancho Panza) leert kennen, krijgt het verhaal enige vaart. Beide groene ridders ontmoeten personages van divers pluimage, zoals de stier Djambo, agressieve voetbalhooligans, een kluizenaar en een student met zelfmoordneigingen. Allemaal worden ze herleid tot voorspelbare en eenzijdige typetjes. Tussen de vele ontmoetingen door ziet de auteur zijn kans schoon om beschouwingen in te lassen over de islam, boeren in Nieuw-Zeeland, de schrijnende milieuvervuiling etc. Deze betogen worden als monologen van Don Kyoto verpakt, slecht sporadisch onderbroken door een humoristische of spitsvondige opmerking van Jantje Panda. Het ontaardt al te vaak in vrijblijvend geëmmer, zonder inhoud of clou, zodat een als ironisch bedoeld opmerking helaas bewaarheid wordt: "Ik heb u gewaarschuwd dat dit verhaal niet zou uitblinken qua humor en vertelstijl en dat valt te betreuren."
Na het verlies van hun kostbare bezit, de stier Djambo, gooien beide heren het over een andere boeg: vanaf nu zullen ze ten strijde trekken voor meer windmolens. Ze forceren een inbraak in het huis van de minister van Milieu en knevelen diens dochter. Uiteraard doorziet de minister het obscure tweetal, maar biedt hun desondanks een job als adviseur op z'n kabinet aan. Net als in het originele werk loopt het verhaal voor Don Kyoto, als tragische anti-held, slecht af. Een inderhaast toegevoegd nawoord blijkt slechts een gewild humoristische aanklacht tegen de auto, vol flauwe boutades.
Het resultaat is een ongeïnspireerde en gewild humoristische aanklacht tegen de milieuproblematiek. De goedbedoelde boodschap wordt in eindeloze monologen verpakt. Het blijft een lovenswaardige actie van Leue om de schijnbaar onoplosbare milieuproblematiek onder de aandacht te brengen. En misschien slaagt hij daar met z'n opvallende theaterstuk 'Don Kyoto' ook wel in. Het bijbehorende boekje kan je echter best zo snel mogelijk vergeten. [Jürgen Peeters]
Masquer le texte