Lof der zotheid
×

Lof der zotheid
Commentaires
Uit Erasmus' oeuvre blijkt dat hij een veelzijdig humanist was. Nu is hij vooral bekend door zijn Lof der zotheid, maar zelf beschouwde hij dit traktaatje niet als zijn belangrijkste werk. De titel bevat een zinspeling op zijn vriend Thomas More: het Griekse 'môria' betekent 'zotheid'.
In de eerste hoofdstukken prijst de godin Zotheid zichzelf, omdat niemand anders dat doet. De zotheid schenkt de mensen een massa weldaden: ze laat hen lachen, brengt hen geluk, maakt hen blind voor elkaars gebreken en zorgt voor de voortplanting. De belangrijkste zotheid is de eigenliefde, die het leven draaglijk maakt. Omdat de Zotheid de hartstochten volgt, trekt ze herhaaldelijk van leer tegen de stoïcijnen: de stoïsche wijze beteugelt zijn hartstochten, maar "wie zou zo'n monster of spook niet ontvluchten en verafschuwen?" Geleidelijk aan krijgt maatschappijkritiek de bovenhand. Achtereenvolgens neemt de auteur de grammatici, natuurfilosofen, theologen, religieuzen, vorsten en pau…Lire la suite
In de eerste hoofdstukken prijst de godin Zotheid zichzelf, omdat niemand anders dat doet. De zotheid schenkt de mensen een massa weldaden: ze laat hen lachen, brengt hen geluk, maakt hen blind voor elkaars gebreken en zorgt voor de voortplanting. De belangrijkste zotheid is de eigenliefde, die het leven draaglijk maakt. Omdat de Zotheid de hartstochten volgt, trekt ze herhaaldelijk van leer tegen de stoïcijnen: de stoïsche wijze beteugelt zijn hartstochten, maar "wie zou zo'n monster of spook niet ontvluchten en verafschuwen?" Geleidelijk aan krijgt maatschappijkritiek de bovenhand. Achtereenvolgens neemt de auteur de grammatici, natuurfilosofen, theologen, religieuzen, vorsten en pau…Lire la suite
Copyright (c) Vlabin-VBC
Vertaald, geannoteerd en ingeleid door Petty Bange ligt een zeer verzorgde uitgave van Erasmus' 'Lof der Zotheid' voor ons, die niet alleen uitmunt door de kwaliteit van de vertaling maar ook door het opnemen van de verrukkelijke tekeningen van Hans Holbein de Jongere. De godin Zotheid is aan het woord om in vaak geestige woorden de mensheid duidelijk te maken hoe ijdel en dom zij eigenlijk is. Overduidelijk toont zij aan hoezeer men overtuigd is van zichzelf en hoe zelfingenomen de houding is, die men tegenover het 'domme' volk inneemt. Heel wat minder luchtig wordt de tekst wanneer in bijtend cynische woorden de filosofen in hun vermeende wijsgerigheid worden aangepakt. Bepaald fel wordt de tekst als de theologen en de hele clerus worden geconfronteerd met hun opvattingen over het ware geloof en de wereldse aanpak van hun leven, die zo schrijnend verschilt met de eenvoudige lieden. Monniken in kloostergemeenschappen, die hun tijd verdoen met het letten op het voorgeschreven aantal k…Lire la suite