Terwijl er steeds meer en steeds mooiere prentenboeken verschijnen waaruit je naar hartenlust kunt voorlezen, leek het genre van de verhalenbundels de voorbije decennia een stille dood te sterven. De weinig spannende oogst beperkte zich veelal tot heruitgaven of commerciële bundels met weinig tot geen literaire of beeldende aspiraties. Misschien was het een indruk, maar er viel langzaamaan te vrezen dat mooie, verzorgde bundels met voorleesverhalen voor het slapengaan definitief naar de bovenste plank van grootmoeders kast waren verbannen, of naar de half vergane kartonnen dozen met afgevoerde boeken uit de bibliotheek.
Met Onder de sterren heeft Davidsfonds/Infodok daar alvast verandering in gebracht en werd een bijzondere bundel samengesteld. Zoals de ondertitel 'Nachtverhalen voor wie nog niet naar bed wil' al laat vermoeden, is de nacht de rode draad in dit mooie boek. Want niet iedereen gaat slapen als het donker wordt, sommige mensen en dieren beginnen dan pas aan hun …
Read more
Terwijl er steeds meer en steeds mooiere prentenboeken verschijnen waaruit je naar hartenlust kunt voorlezen, leek het genre van de verhalenbundels de voorbije decennia een stille dood te sterven. De weinig spannende oogst beperkte zich veelal tot heruitgaven of commerciële bundels met weinig tot geen literaire of beeldende aspiraties. Misschien was het een indruk, maar er viel langzaamaan te vrezen dat mooie, verzorgde bundels met voorleesverhalen voor het slapengaan definitief naar de bovenste plank van grootmoeders kast waren verbannen, of naar de half vergane kartonnen dozen met afgevoerde boeken uit de bibliotheek.
Met Onder de sterren heeft Davidsfonds/Infodok daar alvast verandering in gebracht en werd een bijzondere bundel samengesteld. Zoals de ondertitel 'Nachtverhalen voor wie nog niet naar bed wil' al laat vermoeden, is de nacht de rode draad in dit mooie boek. Want niet iedereen gaat slapen als het donker wordt, sommige mensen en dieren beginnen dan pas aan hun taak. Zodra de zon ondergaat en de maan verschijnt, komen de wondere personages uit dit boek tot leven. In 24 korte verhalen maken we o.a. kennis met een nachtblinde uil, een dansende slak die aardbeien met slagroom eet, een mot die bang is voor het donker, een wensgekke astronaut en nog een pak meer intrigerende personages.
Wanneer je het indrukwekkende lijstje auteursnamen bekijkt die voor dit project werden aangesproken lijkt succes verzekerd. Sylvia Vandenheede, Kolet Janssens, Siska Goeminne, Karla Stoefs, Bette Westera, Henri Van Daele, Harmen van Straaten, Do Van Ranst, Michael De Cock, Brigitte Minne en Riet Wille gingen met nachtdieren en -beroepen aan de slag en schreven elk twee teksten. Dirk Nielandt nam naast twee verhalen ook de redactie voor zijn rekening.
Dieren en mensen wisselen elkaar dus af en in elk verhaal zit een verwijzing of een knipoog naar het vorige. Dat zorgt ervoor dat alles mooi aan elkaar hangt. Soms gaan de verwijzingen dusdanig vlot en natuurlijk, dat je er zonder erg overheen zou lezen. Wanneer het op die manier gebeurt, is het leuk om aan het zoeken te gaan. Het houdt je scherp, ondanks het donker. Bij sommige verhalen is de link echter behoorlijk vergezocht en had die dus eigenlijk beter achterwege kunnen blijven.
Ook de kwaliteit en de originaliteit van de geleverde bijdrage willen nogal verschillen. Sommige verhalen doen nog net iets te veel aan de stichtende vertellingen van vroeger denken en een paar zijn ronduit flauw, maar dat is dan ook meteen een van de schaarse minpunten aan deze uitgave. De meeste auteurs hebben zich degelijk van hun taak gekweten en enkelen hebben zelfs absolute pareltjes afgeleverd. De mooiste bijdragen zijn geen grootse vertelsels met gezocht grappige pointes, maar ingetogen faits-divers met eenvoudige verhaallijnen en slechts af en toe een happy end.
Opvallend is het werk van Henri Van Daele, die in zijn eerste verhaal het hem toegewezen nachtdier na een vrij poëtische tekst nogal bruusk laat sterven en in het tweede verhaal lichtjes de spot drijft met een zuchtende schrijfster. Verder trekken ook Siska Goeminne en Bette Westera de aandacht. Siska Goeminne schreef een heerlijk klein verhaal over een taxichauffeur die zijn klanten bedient in een gestreepte pyjama en die zich van kritiek niets aantrekt, terwijl in het verhaal van Bette Westera de koningin een rustig kopje thee gaat drinken in de nachtwinkel van de eigenzinnige Nenna, die zo traag breide als ze kon, om toch maar de nacht door te komen.
Maar de verdienste voor dit mooie boek is niet enkel op conto van de auteurs te schrijven. De illustraties en ook de vormgeving van het boek dragen ruimschoots bij tot het geslaagde concept.Merel Eyckerman ? met ck en niet k, zoals helaas verkeerdelijk op de titelpagina en in het colofon vermeld staat ? maakte schitterende prenten bij de verhalen. Ze slaagt erin om de levendige kleuren van haar tekeningen in overeenstemming te brengen met de verschillende tinten blauw in de boorden van de pagina's en het nachtblauw met sterren van de schutbladeren. Bij elk verhaal staat een tweetal prenten. Door te focussen op details of door het aangeven van elementen die complementair zijn met de tekst, wordt de verbeeldingskracht van voorlezer en luisteraar aangewakkerd. Een fragment uit de prenten wordt herhaald in de zoom van de bladspiegel, zodat je ook bij snel doorbladeren meteen kan zien bij welk verhaal je aangekomen bent.
Onder de sterren is een geslaagd en aangenaam boek. Een verademing voor wie op zoek is naar knusse, trage voorleesverhalen, die ongetwijfeld bijzonder gesmaakt zullen worden door kleine luisteraars. [Tine Mortier]
Hide text