De auteur, een romanschrijver, radiojournalist, maar vooral een enthousiaste vogelaar, maakt al zijn bezittingen te gelde, vliegt naar Kaapstad en reist vandaar over land terug naar Engeland, achter de jaarlijkse trek van de zwaluwen aan. De eerste hoofdstukken staan boordevol met wetenschappelijke en curieuze informatie over deze vogels. Dan volgen elf hoofdstukken, steeds over een ander land waar hij doorheen reist met openbaar vervoer of met huurauto's. Naarmate het boek vordert, krijgt de lezer de indruk, dat de zwaluw-route slechts een excuus is geweest voor een avontuurlijke tocht door Afrika. Ieder hoofdstuk is opnieuw het persoonlijke verhaal van het avontuur: gammele auto's, slechte wegen, hitte, corrupte agenten, veel losse contacten met medereizigers, maar ook en vooral de slechte hotels, de bars, de grote hoeveelheden drank, de prostituees. Ieder hoofdstuk telt ook enkele alinea's over het land, zijn geschiedenis, zijn economie en politieke constellatie, maar die informatie blijft oppervlakkig. Het derde boek van de Britse auteur en de eerste titel die in het Nederlands vertaald is. Met register. Hide text