De groei- en kijkboeken schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond. Deze conceptboeken spelen in op de voldoening van respectievelijk beginnende lezers en oudere kleuters wanneer ze voor het eerst zelf een dik boek kunnen lezen. Korte en bekende verhalen, zoals sprookjes, vormen daarbij een dankbaar onderwerp, zodat de kinderen genoeg hebben aan enkele beelden en losse woorden om het verhaal zelf te reconstrueren. Hilde Vandermeeren heeft al verschillende kijk- en groeiboeken op haar naam staan, maar haar teksten in dit boek vervullen vooral een ondersteunende rol voor wie de geïllustreerde dierensprookjes niet meer fris in het hoofd heeft. Zeven sprookjes worden zo verteld: 'De wolf en de zeven geitjes', 'Het lelijke jonge eendje', 'De gouden gans', 'Tafeltje dek je', 'De gelaarsde kat', 'De drie kleine biggetjes' en 'De Bremer stadsmuzikanten'. Andere sprookjes waarin dieren een belangrijke rol spelen, met name 'Roodkapje' en 'De Kikkerkoning', kwamen al aan bod in de …
Read more
De groei- en kijkboeken schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond. Deze conceptboeken spelen in op de voldoening van respectievelijk beginnende lezers en oudere kleuters wanneer ze voor het eerst zelf een dik boek kunnen lezen. Korte en bekende verhalen, zoals sprookjes, vormen daarbij een dankbaar onderwerp, zodat de kinderen genoeg hebben aan enkele beelden en losse woorden om het verhaal zelf te reconstrueren. Hilde Vandermeeren heeft al verschillende kijk- en groeiboeken op haar naam staan, maar haar teksten in dit boek vervullen vooral een ondersteunende rol voor wie de geïllustreerde dierensprookjes niet meer fris in het hoofd heeft. Zeven sprookjes worden zo verteld: 'De wolf en de zeven geitjes', 'Het lelijke jonge eendje', 'De gouden gans', 'Tafeltje dek je', 'De gelaarsde kat', 'De drie kleine biggetjes' en 'De Bremer stadsmuzikanten'. Andere sprookjes waarin dieren een belangrijke rol spelen, met name 'Roodkapje' en 'De Kikkerkoning', kwamen al aan bod in de voorganger, Mijn sprookjeskijkboek, en werden waarschijnlijk om die reden achterwege gelaten.
Van elk verhaal krijg je een synopsis van één bladzijde. De hoofdrol is echter weggelegd voor de illustraties van Kristien Aertssen, die elkaar als in een soort stripverhaal opvolgen. De illustraties komen vrij snel na elkaar, wat een mogelijk verrassingseffect in de weg zou kunnen staan. Zo is het geitje nog maar net in de klok gesprongen, of het komt alweer tevoorschijn om moeder geit te begroeten. Dit boek is natuurlijk in de eerste plaats bedoeld voor wie de sprookjes al kent. Voor anderen is het moeilijk om het verhaal volledig uit de beelden af te leiden, vooral omdat er per sprookje slechts een tiental platen voorzien is. Probeer dan maar eens duidelijk te maken dat de Gelaarsde Kat uit het gelijknamige sprookje een menseneter kan overtuigen om zich eerst in een leeuw en dan in muis om te toveren. De nadruk ligt onvermijdelijk ook sterk op de actie. Bij volkssprookjes is dat sowieso het geval, maar in een kunstsprookje als 'Het lelijke eendje' moeten er toch flink wat beschrijvingen en nuances sneuvelen. Vreemd genoeg worden er in 'De drie biggetjes', een relatief kort en makkelijk te onthouden sprookje, nog scènes toegevoegd. Zo vertelt de wolf hier over een veld vol rapen en een boomgaard vol appels om de biggetjes uit hun stenen huis te lokken. De eerste taferelen, waar de biggetjes hun huizen bouwen, worden dan weer achterwege gelaten. Dat is een vreemde keuze, die de opzet van het boek ? kinderen vertellen zelf sprookjes na ? toch enigszins in de weg staat. Voor de rest is dit een mooi uitgegeven boek, dat ongetwijfeld nog wel een paar opvolgers (De mooiste prinsessensprookjes? De spannendste toversprookjes? De leukste fabels?) zal kennen. [Vanessa Joosen]
Hide text