Over zijn land is hij kritisch, over zijn taal is hij lyrisch: 'De Duitse schrijftaal is zonder de sprookjes van Grimm ondenkbaar', zegt Günter Grass. Zijn jongste roman,De woorden van Grimm, is een liefdesverklaring aan beide.
Geert van Istendael
Woonstee en werkplaats heeft hij op het platteland, ergens tussen Hamburg en Lübeck. Hertogdom Lauenburg heet het hier voorvaderlijk. Buiten de bebouwde kommen - rieten daken, baksteen - is het landschap spaarzaam bewoond. Op de zachte glooiingen zie ik alleen wouden en weiden. Ik bedenk dat bij ons dit allemaal volgeplempt zou zijn met protserige villa's en bedrijfsgebouwen, verdomme toch. Mijn taxi rijdt over steeds smallere wegen. Het schemert. Na zowat een uur stoppen we bij een metalen tuinhek. Ik zie beeldhouwwerken rondom het huis, zijn beeldhouwwerken, want zijn talenten zijn veelvuldig. Günter Grass en zijn vrouw begroeten me vriendelijk. We betreden zijn werkplaats. We zullen anderhalf uur praten tussen de kasten vol boeken. Als hij geen man van boeken zou zijn, wie dan wel? We hebben het over zijn jongste grote werk, overGrimms Wörter. De Nederlandse vertaling is zopas verschenen.
'Voor Nederlands heb ik aan Jan Gielkens een zeer goede vertaler', zegt hij. 'Telkens als een tekst klaar is, nodigt uitgeverij Steidl mijn vertalers uit voor een gesprek. Dan kunnen we van gedachten wisselen over de problemen die zij hebben met mijn taal. Nu, deze vertaling lijkt me toch uiterst moeilijk. Het gaat echt over de woordenschat van het Duits en over zijn eigenaardigheden. De gebroeders Grimm zijn al eerder in mijn werk opgedoken, bijvoorbeeld inDe bot. De vroege romantiek is heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van het Duits. Die periode interesseert me al heel lang en dan vooral de sprookjes van Grimm en hun ontstaan in het begin van de negentiende eeuw.'
'Oorspronkelijk was het sprookjesboek geen idee van de gebroeders Grimm, maar van Clemens von Brentano en Achim von Arnim. Ze kenden elkaar zeer goed. Misschien waren Arnim en Brentano wat lui, in ieder geval, ze hebben tegen de gebroeders gezegd: jullie moeten dat nou maar doen. Arnim en Brentano waren op dat moment bezig met de verzameling volksliederenDes Knaben Wunderhorn (waarvan sommige op muziek werden gezet door onder meer Mendelssohn, Schumann, Brahms en Mahler,gvi) InDe bot had ik al een hoofdstuk geschreven waarin Arnim, Brentano, de gebroeders Grimm en de Pommerse schilder Carl Otto Runge met elkaar in gesprek gaan, fictief natuurlijk. Waarom Runge? Hij heeft de gebroeders een sprookje bezorgd in het dialect van de Pommerse kust, 'Vom Fischer un syner Fru' (bij ons bekend als 'Het manneke Timpelentee',gvi).'
'De Duitse schrijftaal is zonder de sprookjes van Grimm ondenkbaar. Eerder hadden we al de Bijbelvertaling van Maarten Luther, die, steunend op de Saksische kanselarijtaal, het Duits heeft gevormd. Die vertaling is een literair meesterwerk van eerste orde en ik verwijs in mijn boek telkens opnieuw naar de hoekige, gebeeldhouwde schoonheid van Luthers taal.'
'De sprookjes zijn vandaag wereldberoemd. Voor miljoenen kinderen, ook al kennen ze geen woord Duits, zijn Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Doornroosje en Repelsteeltje vertrouwde namen. Minder bekend is die andere grote prestatie van de gebroeders Grimm, het Duitse woordenboek. Ook in het Duitse taalgebied weten de meeste mensen niet dat de gebroeders Grimm, die van de sprookjes, aan de grondslag lagen van dat woordenboek en daarbuiten weet men het al helemaal niet. Toch was dat Duitse woordenboek het model voor grote woordenboeken in andere talen, bijvoorbeeld het Deens en ook het Nederlands.'
'De oude kamergeleerden kenden elkaar over de grenzen heen en ze spraken een hoop talen, niet alleen Engels. In zijn voorwoord tot hetWoordenboek der Nederlandsche Taal (1882) vermeldt Matthias de Vries op verschillende plaatsen het werk van de gebroeders Grimm. In 1852 heeft hij met de gebroeders urenlange gesprekken gevoerd. De betekenis van Grimms woordenboek voor het Nederlands kun je nauwelijks overschatten.'
Uw boek heeft nog een ondertitel. Het is een liefdesverklaring van meer dan driehonderd bladzijden aan de Duitse taal. Loopt de uitverkorene niet gillend weg na het eerste hoofdstuk?
'Duits is zonder enige twijfel de grondstof voor mijn schrijven, maar het is nog veel meer. Er bestaan talloze misverstanden en vooroordelen over mijn taal. Ik weet wel dat ze soms hard kan klinken. Dat ze vaak als gevoelloos wordt bestempeld. Anderzijds kan het Duits ook heel teder zijn. Het heeft daarnaast schier eindeloze mogelijkheden om woorden te vormen. En het heeft af en toe iets irrationeels. Ik heb het in dit boek bijvoorbeeld uitgebreid over de haast onvoorstelbare irrationaliteit van het bepaald lidwoord. Daar zit toch iets moois in. Ik geef toe, Latijn is véél rationeler. Latijn heeft, zoals we weten, geen lidwoorden.'
Günter Grass is in Duitsland en elders bekend, of moet ik zeggen berucht, als een politiek schrijver. Maar ik besefte niet dat de twee sprooksprekers die me wonderen in het oor fluisterden toen ik nog niet eens kon lezen, beroemd waren omdat ze politiek werden vervolgd. Zij vielen ten prooi aan het aartsconservatieve despotisme dat destijds schering en inslag was in de verbrokkelde Duitse Bond, met zijn vele koninkrijken en vorstendommetjes.
'De gebroeders Grimm doceerden aan de universiteit van Göttingen, toen in het koninkrijk Hannover. Ze hielden zich vooral bezig met oude Duitse liederen en nog veel oudere heldendichten. In 1837 verklaarde de koning, die pas de troon had bestegen, de grondwet nietig. De professoren hadden de eed van trouw aan die grondwet gezworen. De nieuwe koning schond dus de grondwet, zoveel was duidelijk. Zeven professoren, niet meer, waagden het een protestbrief te schrijven, onder wie de gebroeders Grimm. Drie moesten het koninkrijk verlaten, bij hen Jacob Grimm. Hij werd dus politiek vluchteling. Later, tijdens de revolutie van 1848, zetelde Jacob Grimm in het parlement van Frankfurt op de eerste rij (dat was een vrij en democratisch verkozen parlement dat in 1848/49 in de Pauluskerk van Frankfurt zetelde,gvi.) Het werd niets met dat parlement, de Duitsers veroverden noch hun vrijheid noch hun eenheid. Jacob Grimm was bitter teleurgesteld. Uiteindelijk werd hij voorstander van de zwart-rood-gele vlag, het symbool van vrijheid en eenheid voor het verdeelde vaderland, het symbool ook van het liberalisme destijds. Maar we mogen daar niet uit afleiden dat de gebroeders Grimm liberaal gezind waren en al helemaal niet dat ze radicale democraten geweest zouden zijn. Ze konden zich waarschijnlijk nog het beste vinden in een soort verlicht despotisme. Ze zien dan wel de vreselijke ellende om zich heen, maar gaan daar niet op in. Zij passen helemaal in de standenmaatschappij van hun tijd en zijn dus geen democraten in de moderne betekenis van dat woord. Toch waren ze allebei gekant tegen adellijke voorrechten. Dat had vermoedelijk te maken met jeugdervaringen. Hun vader is vroeg gestorven. Ze gingen naar goede scholen, maar dat kon alleen dankzij geld van weldoeners. Op school hebben ze de verwaandheid en de hooghartigheid van de jonge adellijke leerlingen aan den lijve ondervonden.'
Het woordenboek was van meet af aan politiek. Karl Reimer en Salomon Hirzel, uitgevers in Leipzig, stellen de gebroeders voor een nieuw groot woordenboek van de Duitse taal samen te stellen om de onvrijwillige vrije tijd waarmee Jacob werd opgezadeld door de ballingschap wat te vullen.
'Jacob Grimms strenge richtlijn heeft me geprikkeld. Hij wilde ieder woord met citaten staven, van Ulfila's Bijbelvertaling naar het Gotisch tot literatuur uit zijn eigen tijd. Jacob en de mensen die hem trefwoorden leverden, citeerden auteurs die toen totaal vergeten waren, vooral uit de Duitse barok, zoals Gryphius of Grimmelshausen. Ik heb ooit een boekje geschreven over een fictieve ontmoeting van die twee en een reeks andere barokdichters in 1647. Ze komen samen in het stadje Telgte, niet ver van Münster.'
'Onmiddellijk nadat het eerste deel van het Duitse woordenboek verschenen was, klonk luid protest in het katholieke deel van Duitsland. De priesters waren het niet eens met de omschrijving van het woord aflaat. Bovendien zeiden de katholieken dat de gebroeders hoofdzakelijk protestantse auteurs citeerden. Op dat punt hadden de katholieken gelijk. De politiek bleef het woordenboek achtervolgen, ook na de dood van de gebroeders. Bismarck bijvoorbeeld prees het als een symbool van de Duitse eenheid. Na 1933 probeerde men het woordenboek te zuiveren van zogezegde Joodse smetten. Men citeerde bij voorkeur auteurs die de nazi's welgezind waren. Nochtans was de eerste uitgever, Salomon Hirzel, Joods, hoewel protestants gedoopt. Na de Tweede Wereldoorlog werkten de redacteurs uit de Bondsrepubliek en de DDR voorbeeldig samen, maar die uit de DDR probeerden waar het enigszins kon auteurs te citeren die neigden naar het marxisme-leninisme.'
Twee woorden keren telkens weer in dit boek en allebei zijn ze politiek beladen. We zitten samen in de rust van deze werkplaats, eromheen ligt prachtig boerenland. Idyllisch, zei de taxichauffeur daarnet, drie keer. Hij is afkomstig uit Afghanistan, hij kent de tastbare betekenis van woorden als oorlog, terreur, fanatisme.
In Grass' boek zijn het de woorden eed en censuur die telkens terugkeren. Wilhelm en Jacob Grimm weigeren hun heilige eed te schenden. Censuur was de hoeksteen van het systeem van Metternich, dat heerste van 1815 tot 1848, met zijn willekeur, onvrijheid, bespieding en heel het lafhartige, stiekeme gedoe dat erbij hoort, vooral in kringen van academici en intellectuelen.
In de biografie van Grass kun je niet naast de vreselijke eed van de SS. In 2006 stond de Bondsrepubliek op haar kop. In zijn boekDe rokken van de ui schrijft Grass dat hij op zeventienjarige leeftijd werd ingelijfd bij de Waffen-SS en ook in dit boek vind ik op twee plaatsen beschouwingen over dit kritieke voorval. In 2006 ging een kreet van verontwaardiging door Duitsland. Grass, het geweten van de republiek, was vrijwillig in het leger gegaan. Hij had daar overigens nooit een geheim van gemaakt. Voor mij is het onbetwistbaar dat tussen SS en duistere barbarij een gelijkheidsteken staat. Maar lieve God, ik weet echt niet wat ik zou hebben gedaan als ik toen zeventien was geweest. Vermoedelijk iets lafs, iets doms, iets onvergeeflijks. Toch zou ik willen snappen waarom deze schrijver, die ik diep bewonder, zo laat pas.
'Dat deel van het verleden plakt aan je vast. In de jaren 60 heb ik daar open en bloot over gesproken met mijn vrienden. Geen hond die het interesseerde. Daarbij kwam een soort schaamte bij de persoonlijke confrontatie met die mateloze misdaad. Ik dacht, op een dag, als ik ertoe in staat ben, zal ik ook de naam van de eenheid ter sprake brengen (Grass was ingedeeld bij pantserdivisie Frundsberg,gvi), wat ik dan ook gedaan heb.'
'Vanaf mijn zeventiende heb ik moeten leren wat democratie en verdraagzaamheid zijn. Onder dwang. Ik geloof dat ik mijn les geleerd heb. Ik heb me tot de democratie bekeerd. Maar dat kan alleen als de nederlaag totaal is. In een democratisch systeem kan een auteur het zich niet veroorloven onkritisch te zijn en een auteur van mijn generatie al helemaal niet. Het is bijvoorbeeld een grof schandaal dat in mijn land, mijn rijke land, er kinderen zijn die in armoede leven. Dat de kloof tussen arm en rijk dieper wordt. Ook de rol van Duitsland in de Europese Unie kun je alleen maar kritisch bekijken. Ik vrees dat de economische en politieke overmacht van Duitsland nog sterker zal worden. Hoe men landen als Griekenland en Spanje behandelt, zoiets stinkt ten hemel.'
'Over censuur, ook zelfcensuur, zeg ik het volgende, in het licht van de gruweldaden in Parijs. In mijn huis heb ik een keer te maken gehad met brandstichting. Destijds zei men, met een Bijbelcitaat: "Wie wind zaait, zal storm oogsten." Dat is pure nonsens. Niets kan het moorden, zoals we het in Parijs hebben gezien, goedpraten. Alleen, wij in Europa hebben de historische ervaring van renaissance en verlichting gehad. Dat waren moeizame, soms wreedaardige, bloedige evoluties. Ooit werden hier, in Europa, tekenaars van spotprenten met brandstapel en galg bestraft. We kennen de gevoelige plekken van het islamitische geloof. Ik doe niet aan zelfcensuur, maar ik zou spontaan de geboden van de islam niet beledigen of bespotten. Anderen mogen dat doen. Ze moeten weten wat ze doen. Ook moeten we, met heel het kritische arsenaal dat ons dankzij renaissance en verlichting ter beschikking staat, analyseren hoe zulke haat ontstaat.'
En is 'Grimms Wörter' nu echt uw laatste boek?
'Nee. Het was mijn laatste dikke boek. Ik zie het als het laatste deel van mijn autobiografische reeks, dus,De rokken van de ui,De box en nu deze liefdesverklaring aan de Duitse taal. Daarna heb ik al de dichtbundelEendagsvliegen geschreven en nu ben ik weer bezig aan een dun boekje. Het zijn korte prozateksten en bij ieder stukje proza hoort een gedicht. Ook in dit boekje staan, zoals in veel van mijn boeken, gedichten en proza door en naast elkaar. Ik verbreek de strenge opdeling tussen proza en poëzie. Het zou in de herfst van dit jaar klaar moeten zijn. En anders in de lente van 2016.'
GÜNTER GRASS
De woorden van Grimm.
Vertaald door Jan Gielkens, Meulenhoff, 392 blz., 29,95 ?.
Oorspronkelijke titel: 'Grimms Wörter. Eine Liebeserklärung.'
¨¨¨¨è
Geert van Istendael ■
Hide text