Tegen de gewoonte in mag je in dit boek beginnen op het laatste blad. Je vindt er een foto in sepiatinten van twee vrolijke kleuters, een jongen en een meisje, in een innige omhelzing. De foto dateert van juni 1932 en toont Eric Carle en zijn vriendinnetje toen ze drie jaar oud waren. Toen hij zes was, verhuisde Carle en hij zag haar nooit meer terug, maar ze bleef wel in zijn hoofd wonen. De wetenschap dat deze drieëntachtig jaar oude herinnering na al die tijd nog krachtig en fris genoeg is om als motor te dienen voor dit boek, geeft het al van bij de start iets bijzonders.
Carle vertelt over een jongetje en een meisje die onafscheidelijke vriendjes zijn. Ze spelen, rennen, dansen en vertellen elkaar hun geheimen. Op een dag verhuist het meisje en de jongen blijft alleen achter. Hij is echter vastbesloten om haar terug te vinden. Op zijn zoektocht leert hij de natuur kennen in al haar facetten. Hij zwemt door een woeste rivier, overnacht onder een schitterende sterrenhemel en b…
Read more
Tegen de gewoonte in mag je in dit boek beginnen op het laatste blad. Je vindt er een foto in sepiatinten van twee vrolijke kleuters, een jongen en een meisje, in een innige omhelzing. De foto dateert van juni 1932 en toont Eric Carle en zijn vriendinnetje toen ze drie jaar oud waren. Toen hij zes was, verhuisde Carle en hij zag haar nooit meer terug, maar ze bleef wel in zijn hoofd wonen. De wetenschap dat deze drieëntachtig jaar oude herinnering na al die tijd nog krachtig en fris genoeg is om als motor te dienen voor dit boek, geeft het al van bij de start iets bijzonders.
Carle vertelt over een jongetje en een meisje die onafscheidelijke vriendjes zijn. Ze spelen, rennen, dansen en vertellen elkaar hun geheimen. Op een dag verhuist het meisje en de jongen blijft alleen achter. Hij is echter vastbesloten om haar terug te vinden. Op zijn zoektocht leert hij de natuur kennen in al haar facetten. Hij zwemt door een woeste rivier, overnacht onder een schitterende sterrenhemel en beklimt een hoge, steile berg. Daarna trekt hij verder door een frisgroen weiland en hij trotseert een heuse plensbui. Uit pure vermoeidheid gaat hij liggen en al vlug is hij zalig in dromenland. Tot zijn grote schrik ontwaakt hij in een donker, griezelig bos. In paniek vlucht de jongen en hij komt terecht in een prachtige bloementuin. Hier heeft hij nog net de tijd om een bos bloemen te plukken, want verderop staat zijn vriendinnetje al vol vertrouwen naar hem uit te kijken. De magische klik van vroeger is er meteen terug. En natuurlijk trouwen ze met elkaar.
De prenten bestaan uit collages in felle kleuren, typisch de stijl waarmee Eric Carle zijn bekendheid verwierf. De natuurtaferelen zijn stuk voor stuk kunstwerkjes die de aandacht blijven vasthouden. Zo lijkt de berg een fascinerende lapjesdeken van verschillende soorten papier. De fijne frisgroene grassprietjes van de uitgestrekte weide zijn haast voelbaar en de enge schaduwen in het bos worden zichtbaar voor wie lang genoeg kijkt. Een grappig detail zijn de vrolijk gekleurde bolletjes op de jurk van het meisje, die terugkomen in haar bruidssluier en in het feestsjaaltje van de hond die de sluier draagt.
Dit tedere verhaal schittert in al zijn eenvoud. Erg realistisch is het niet, maar kleuters zullen ongetwijfeld smullen van de mooie afloop en de geruststellende boodschap dat alles uiteindelijk goed komt. De schrijver geeft met dit suikerzoete einde een stem aan zijn diepe kinderwens. Het is hem van harte gegund.
[Katrien Maris]
Hide text