In dit boek bundelt Andrew Wilson 140 kant-en-klare tuinontwerpen van een groot aantal ontwerpers. Hij wil daarmee inspirerende ideeën bezorgen aan wie zijn tuin (opnieuw) wil inrichten.

Wilson koos voor de meest uiteenlopende ontwerpen, zowel wat betreft ruimte als invulling. Dit is meteen het interessantste aspect van het boek. De omvang van de tuinen gaat van een royale rechthoekige lap grond van 1200 m2 tot een lang en smal dakterras van negen op drie meter, of een klein stadstuintje van 5,8 op vijf meter, met een hoogteverschil van maar liefst twee meter. Ook de invulling bestrijkt een zeer brede waaier: van een soort prairie in een miniatuurtuintje, tot een verdiepte minimalistische tuin met enkel beplanting (groene bladvormen) langs de randen, of een grillig gevormd dakterras met alleen verplaatsbare plantenbakken. De ontwerpen laten goed zien hoe je zelfs met zeer moeilijke ruimtes, vormen of voorwaarden (o.a. niveauverschillen, storende omgevingselementen, beschermde bomen in de tuin...) boeiende tuinen kan realiseren.

Elk ontwerp wordt met een tekening gepresenteerd en aangevuld met een detailfoto van het eindresultaat (indien het ontwerp tenminste al uitgevoerd werd). Deze foto's hadden best wat groter gemogen, zodat de modale lezer zich een beter totaalbeeld van het ontwerp had kunnen vormen. In de korte begeleidende tekst krijg je telkens wat informatie over de inspiratiebron of de speciale eisen die de eigenaar stelde, en de invulling die de ontwerper daaraan gaf.

De auteur selecteerde voor dit boek uitsluitend ontwerpen van Engelse tuinontwerpers. In de inleiding zegt hij dat zijn boek vooral mikt op de aanleg van kleine tuinen. Dat blijkt al bij al een relatief begrip: zelfs in het hoofdstuk over 'heel kleine tuinen' tref je nog een tuin aan van 35 meter op 17 meter. Het lijkt er dan ook sterk op dat 'small gardens' in Engeland nog altijd een stuk groter zijn dan in België of Nederland. De ontwerpen sluiten wel aan bij de moderne kijk op het tuinontwerp, waarin architectuurelementen een even belangrijke plaats innemen als de planten. Het klassieke beeld van de cottage garden is in dit boek ver weg.

In het inleidende hoofdstuk wijst Wilson op een aantal 'technische' aandachtspunten waarmee je bij een ontwerp rekening moet houden, zoals bevloeiing, dichtheid van beplanting, belasting van een dak bij de aanleg van een daktuin, bestrating... Praktisch gaat hij hier evenwel niet op in: het is louter een 'ideeënboek'. De hoge technische eisen die de meeste ontwerpen stellen, gaan zonder twijfel de vaardigheid van doe-het-zelvers te boven. Een andere, maar minstens even grote beperking voor de gemiddelde lezer zal ongetwijfeld het hoge prijskaartje zijn, dat hiervan het gevolg is. [Jan Vermeiren] Hide text

Het boek toont kant en klare tuinontwerpen van diverse Britse ontwerpers. Na een introductie worden de ontwerpen per thema (informele, dak-, formele en eigenzinnige tuinen, tuinkamers en heel kleine tuinen) besproken. Elk ontwerp beslaat een of twee pagina’s. De lezer krijgt steeds een tuintekening (hand/computer), een korte uitleg en veelal een of meer kleine (kleuren)foto’s met bijschrift of extra zij-, perspectivische of driedimensionale tekeningen waardoor een beter beeld verkregen wordt. De tuinafmeting, grondsoort, ligging en de hoofdelementen worden steeds vermeld. Er is een grote variatie in de tekeningen en beschrijvingen: gedetailleerd, beknopt, in kleur of niet etc. Opvallend weinig aandacht voor de beplanting en geen aandacht voor de technische kant van de aanleg. Hierdoor kan de enthousiaste leek voor verrassingen komen te staan bij bv. de aanleg van een zwembad of hot tub. Vooral aardig voor lezers met financiële mogelijkheden om professionele krachten in te kunnen zetten. In zijn geheel een wat oppervlakkig boek met enkele spannende ontwerpen. Met register. Hide text