Een ik-figuur, die veel weg heeft van de 75-jarige schrijver zelf, vertelt verhalen over overleden mensen die in zijn leven een belangrijke rol gespeeld hebben. Hun dood en de omstandigheden van sterven zijn steeds hoofdthema van een verhaal. Behalve de personen geeft Nooteboom ook beeldend het milieu en de sfeer van zijn jongere jaren weer.
Een ik-figuur, die veel weg heeft van de 75-jarige schrijver zelf, vertelt verhalen over overleden mensen die in zijn leven een belangrijke rol gespeeld hebben. Hun dood en de omstandigheden van sterven zijn steeds hoofdthema van een verhaal. Behalve de personen geeft Nooteboom ook beeldend het milieu en de sfeer van zijn jongere jaren weer.
Het is een broeierige zomer en vier jongens en vier meisjes vervelen zich te pletter. Ze staan verdoofd in het leven, hebben niets meer te bevechten, niets meer te verlangen. Om dat gevoel van verzadiging en banaliteit te doorbreken, beginnen ze te experimenteren. Wat begint met een onschuldig idee- de meisjes uit de groep staan naakt op een viaduct boven de snelweg te wuiven - eindigt met fatale
Het is een broeierige zomer en vier jongens en vier meisjes vervelen zich te pletter. Ze staan verdoofd in het leven, hebben niets meer te bevechten, niets meer te verlangen. Om dat gevoel van verzadiging en banaliteit te doorbreken, beginnen ze te experimenteren. Wat begint met een onschuldig idee- de meisjes uit de groep staan naakt op een viaduct boven de snelweg te wuiven - eindigt met fatale gevolgen: een verschrikkelijk verkeersongeval. De grenzen worden onnavolgbaar snel verlegd en telkens sneller overschreden, de verlangens worden al te gauw ingevuld. De jongeren verliezen elk ethisch besef en zelfs wanneer een van de vriendinnen er het leven bij inschiet, zorgt dat niet voor een catharsis, maar integendeel voor nog grotere afstomping. Hun zoektocht naar sensatie(s) leidt uiteindelijk slechts tot (zelf)destructie en volledige gevoelloosheid.
Het is een broeierige zomer en vier jongens en vier meisjes vervelen zich te pletter. Ze staan verdoofd in het leven, hebben niets meer te bevechten, niets meer te verlangen. Om dat gevoel van verzadiging en banaliteit te doorbreken, beginnen ze te experimenteren. Wat begint met een onschuldig idee- de meisjes uit de groep staan naakt op een viaduct boven de snelweg te wuiven - eindigt met fatale
Het is een broeierige zomer en vier jongens en vier meisjes vervelen zich te pletter. Ze staan verdoofd in het leven, hebben niets meer te bevechten, niets meer te verlangen. Om dat gevoel van verzadiging en banaliteit te doorbreken, beginnen ze te experimenteren. Wat begint met een onschuldig idee- de meisjes uit de groep staan naakt op een viaduct boven de snelweg te wuiven - eindigt met fatale gevolgen: een verschrikkelijk verkeersongeval. De grenzen worden onnavolgbaar snel verlegd en telkens sneller overschreden, de verlangens worden al te gauw ingevuld. De jongeren verliezen elk ethisch besef en zelfs wanneer een van de vriendinnen er het leven bij inschiet, zorgt dat niet voor een catharsis, maar integendeel voor nog grotere afstomping. Hun zoektocht naar sensatie(s) leidt uiteindelijk slechts tot (zelf)destructie en volledige gevoelloosheid.
In de nazomer van 1939 maakt Hilsenrath zijn testament op. Hij vertelt over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie. Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit
In de nazomer van 1939 maakt Hilsenrath zijn testament op. Hij vertelt over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie. Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit het leven van de bewoners van een kleine gemeenschap.
In de nazomer van 1939 maakt Hilsenrath zijn testament op. Hij vertelt over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie. Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit
In de nazomer van 1939 maakt Hilsenrath zijn testament op. Hij vertelt over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie. Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit het leven van de bewoners van een kleine gemeenschap.