De studente Zarah Ghahramani (1981) wordt gevangen gezet in de beruchte Evin-gevangenis dicht bij Teheran. De reden is dat de studente aan de faculteit der letteren in een studentenbeweging ageert tegen het streng-islamitische bewind van de moellahs in Iran. Ze vindt de beperkingen die het bewind oplegt, absurd. Ze komt dan ook uit een gezin waarin vrijheid van meningsuiting belangrijk wordt gevonden. Eenmaal in de gevangenis wordt ze lichamelijk zwaar mishandeld. Na dertig dagen komt ze vrij na bemiddeling van een invloedrijke vriend. Zij heeft geluk, want de meeste gevangen verblijven er jaren en velen vinden er de dood. Zarah Ghahramani vertelt haar verhaal; bij het schrijven van het boek is ze geassisteerd door Robert Hillman. Een sterk verhaal: de angst die ze voelt in de gevangenis, weet ze subtiel te verwoorden. Dat wisselt ze af met herinneringen aan thuis. Ook weet ze de politieke ontwikkelingen in haar land in een kritisch perspectief te zetten. Het boek staat symbool voor wat totalitaire regimes met mondige inwoners doet. Geschikt voor iedereen. Normale druk. Verberg tekst