Tussen april en september : (aantekeningen)

Tussen april en september : (aantekeningen)
Besprekingen
De onderaardse gangen van het verdriet
De witte cover oogt enigszins klef, met die twee frêle libellevleugels. De titel klinkt gewoontjes en niet bepaald uitnodigend. En de auteursnaam is in onze contreien nagenoeg onbekend. Toch mag je Tussen april en september van Tomas Espedal (°1961) een wonderlijke ontdekking noemen. Eindelijk is er een Nederlandse vertaling van deze in Noorwegen op handen gedragen auteur, die daar een even hoge status geniet als Karl Ove Knausgård. Je snakt meteen naar meer.
Niet dat dit een hapklare of vrolijk stemmende roman is. Tussen april en september verkent de peilloze diepten van de rouw en de onderaardse gangen van het verdriet. Een naamloze schrijver, duidelijk het alter ego van Espedal, verliest in een tijdspanne van zes maanden zowel zijn moeder als zijn ex-vrouw tijdens 'een van de mooiste en warmste zomers die we hadden gehad'. De grond is vanonder zijn voeten weggehakt. Toch moet hij overeind blijven en onontbeerlijke huishoudeli…Lees verder
April is de wreedste maand
'We hebben gemeen, mijn dochter en ik, dat we allebei onze moeder hebben verloren. Ik mijn moeder in april, zij haar moeder in september', valt Tussen april en september al op de tweede pagina met de deur in huis. De verteller is een schrijver die lijkt op Tomas Espedal, de auteur van Tussen april en september. Zijn dochter mist niet alleen haar moeder, maar ook haar vader, die 'een soort moeder' probeert te zijn.
Tussen april en september is een boek over verlies en gemis. Espedal laat zijn ik-verteller afdalen in de onwezenlijke periode uit de titel. Hij kijkt terug op zijn eigen leven en zoekt houvast in het weefsel van zijn familiegeschiedenis, dat hij vergelijkt met een kleed dat zijn grootmoeder borduurde: 'Ik werd moeizaam ingeweven in haar verhaal, mijn hele achtergrond en geschiedenis, en naderhand ook mijn heden.' De centrale figuur is zijn eigen moeder, wier aftakeling hij spaarzaam maar teder beschrijft. April i…Lees verder
IJstaal
Soms weet je het meteen. Je hebt een willekeurig boek van de stapel geplukt en bent staand beginnen te lezen, en na tien bladzijden sta je nog steeds rechtop. Je kantelt je bekken, verschuift je gewicht om te voorkomen dat je been gaat slapen. Je blijft lezen. Je moet eraan denken om te blijven ademen. Je fronst de wenkbrauwen, kijkt nog eens naar de covers, de auteursnaam een blanco in je brein, en je denkt: wie ben jij, en waarom heb ik nog nooit van jou gehoord? Maar je weet het. Je wist het al na de eerste zin: dit is pure literatuur. Onversneden. Topkwaliteit. Netjes aan huis geleverd. En nu bewoont dat boek je.
Een man rouwt. Zijn moeder is net overleden, zijn ex-vrouw ook, en nu woont hij met zijn tienerdochter in een huis dat te groot is. Hij weet niet hoe zijn dagen te vullen. Met schrijven, ja, want hij is een schrijver. Dus moet het maar, moet hij met woorden de duisternis bekampen, moet hij achterhalen wie hij nu nog…Lees verder