Drs. A. ten Bruggencate
Sanne en Pepijn wonen met hun vader, die boswachter is, in het Nevelwoud. Als huisgenoot hebben ze een trol, Trubbel. Die heeft een eigenaardige levensstijl en soms gevaarlijke gewoontes, zoals belletje trekken bij een heks. Deze heks neemt wraak en heeft het met name op Pepijn voorzien. Het verhaal is humoristisch door het taalgebruik van Trubbel en zijn miscommunicatie met de ‘mensbeesten’. Trubbels naam verwijst al naar problemen en in de meeste gevallen zijn dat dingen die kinderen wel eens zouden willen doen maar niet durven, of bizarre acties. Maar de trol weet ook veel, want hij is al een paar eeuwen oud. Het verhaal is eenvoudig van stijl met veel dialoog. Van begin tot eind is er actie met tovenarij en spannende griezelelementen. De karakters blijven oppervlakkig; soms wordt even stilgestaan bij het feit dat de moeder van de kinderen is overleden. De bladspiegel is ruim, de tekst groot gedrukt en de hoofdstukken zijn apart getiteld, waardoor het ook toegankelijk is voor moeil…
Lees verder
Sanne en Pepijn wonen met hun vader, die boswachter is, in het Nevelwoud. Als huisgenoot hebben ze een trol, Trubbel. Die heeft een eigenaardige levensstijl en soms gevaarlijke gewoontes, zoals belletje trekken bij een heks. Deze heks neemt wraak en heeft het met name op Pepijn voorzien. Het verhaal is humoristisch door het taalgebruik van Trubbel en zijn miscommunicatie met de ‘mensbeesten’. Trubbels naam verwijst al naar problemen en in de meeste gevallen zijn dat dingen die kinderen wel eens zouden willen doen maar niet durven, of bizarre acties. Maar de trol weet ook veel, want hij is al een paar eeuwen oud. Het verhaal is eenvoudig van stijl met veel dialoog. Van begin tot eind is er actie met tovenarij en spannende griezelelementen. De karakters blijven oppervlakkig; soms wordt even stilgestaan bij het feit dat de moeder van de kinderen is overleden. De bladspiegel is ruim, de tekst groot gedrukt en de hoofdstukken zijn apart getiteld, waardoor het ook toegankelijk is voor moeilijker lezende kinderen. Grappige zwart-witte tekeningen onderstrepen het vrolijke karakter. Om zelf te lezen vanaf ca. 8 jaar en heel geschikt om voor te lezen.
Verberg tekst