De allerlaatste caracara ter wereld

De allerlaatste caracara ter wereld
Besprekingen
Paradise Lost op een onbestemd eiland
Goed nieuws is er voor wie houdt van het magische taaluniversum van Peter Verhelst, maar de laatste jaren kopje-onder ging in zijn al te ambitieuze romans Zwerm (2005) en Huis van de aanrakingen (2010). De schrijver heeft een novelle af, een boekje van amper 155 pagina's, en het is smullen van de eerste tot de laatste letter. Want het meandert niet meer alle kanten op, de ballast is overboord gegooid. De allerlaatste caracara ter wereld is een helder, rechtlijnig verhaal dat tegelijk onmiskenbaar een Verhelst grand cru is. Zijn woorden strelen de geest, zijn poëzie betovert als vanouds, de plot is erudiet en mysterieus en levert een intelligent commentaar op de hedendaagse mens en zijn verwrongen houding in dit verwarrende tijdsgewricht.
In De allerlaatste caracara ter wereld neemt Verhelst ons mee naar een onbestemd tropisch eiland. Het is er wild en warm en onwezenlijk mooi. "Fregatvogels zetten zich één voor één van de boomkruinen af en zeilen boven de suikerrietvelden we…Lees verder
Prachtig geweld
Er zijn dichters die geweldige romans kunnen schrijven. Over die van Hugo Claus wordt soms wat schamper gedaan, maar je kan ze niet lezen zonder bewondering te voelen voor de adembenemende beelden die hij over de bladzijden strooit. Peter Verhelst kan dat ook. 'Het is een ochtend als elke andere', schrijft hij, om zich vervolgens een bladzijde te laten gaan in beschrijvingen van die doodgewone ochtend: 'voor de bloemkelken hangen kolibries als trillende metaaldeeltjes', 'fregatvogels zetten zich één voor één van de boomkruinen af en zeilen boven de suikerrietvelden weg', enzovoort. Verhelst laat de woorden als wijn walsen in het glas van zijn kunst.
Aan het begin van zijn nieuwe roman, De allerlaatste caracara ter wereld, staat een vrouw op het strand van een Caribisch eiland, misschien Martinique. Noemen ze die eilanden niet 'bovenwinds'?
De vrouw op het strand, Cassandra, noemt de namen van winden: tramontane, bora, chinook... De wind die haar, volgens de verteller, h…Lees verder
De allerlaatste caracara ter wereld ****
Nee, het eiland waar de nieuwste novelle van Peter Verhelst speelt is Lampedusa niet, maar ook al ligt het aan de andere kant van de wereld, soms begint het er toch wat op te lijken. Het is een van die vele Caribische suikerrieteilanden waar het elke dag zomer is en iedereen 's ochtends met een glimlach uit bed springt. Of lijkt dat alleen maar zo? Tussen de inheemse bevolking, waarvan de goedlachse Madame met haar koffiestalletje een wezenlijk deel uitmaakt, wonen twee vreemdelingen, de priester Patrix Coriolan en de Belgische arts Victor Duval. Ze zijn restanten uit een duister koloniaal verleden, lang voor Boy Santos Bolivar de wapens opnam tegen de Fransen en de onafhankelijkheidsstrijd bijzonder traag helende wonden naliet.
Op het strand staat een vrouw met de rug naar het eiland. In haar ooghoeken gedroogde bloedkorstjes veroorzaakt door de zilte wind, en misschien ook wel door verdriet, omdat haar minnaar de zee op ging om Irrawaddydolfijnen te vangen voor haar bruidss…Lees verder
Op de kustlijn van een exotisch eiland — Guadeloupe, Martinique? — richt de jonge vrouw Cassandra Vital zich tot verschillende windsoorten: ‘Chinook. Meltemi. Pampero. Barber. Terral. Poniente.’ Maar de wind die op haar schouders neerstrijkt, is de Caracara-wind. De caracara verwijst hier zowel naar een uitgestorven valkachtige als naar een al even moorddadige wind: ‘Caracara: het geluid van een door vlees en botten knippende schaar.’ Eerstdaags spoelt een stomme vrouw aan op het eiland, Polyxena. Ze wordt later gevolgd door drie andere vrouwen, allen ‘zussen’ van Cassandra, en nog later door in totaal drie jonge meisjes. De aangespoelde vrouwen en meisjes worden verbonden met de Griekse mytho…Lees verder
-
Peter Verhelst