Op een avond loopt Jonas weg van huis. Hij is bang voor de Dromendief. Die neemt dingen mee die je lief zijn. Ook de andere kinderen in de stad zijn bang. Op straat ontmoet Jonas een zwerver. Hij geeft raad. Eerst moeten de kinderen hun spullen terugvinden en dan moeten ze proberen om de Dromendief te pakken. In zijn dromen probeert Jonas te doen wat Seppe hem heeft aangeraden.

Karel Verleyen neemt het op voor kinderen die bang zijn om te gaan slapen uit vrees voor nare dromen. Meester Tim vindt de angst van de kinderen niet gegrond, maar Seppe vindt dat wel. Zo komt het dat niet de meester, maar wel een eenzame liedjeszanger de kinderen van hun angst helpt verlossen. Karel Verleyen wil aantonen dat sommige kinderen heel wat fantasie hebben en dat we daar als volwassenen rekening mee moeten houden. Hij haalt uit naar de schoolmeester die dat niet doet.

Het hele verhaal door wordt een zekere spanning opgebouwd rond de vraag wie die Dromendief is en hoe hij zal kunnen worden gevat. Vooral het tweede deel dient zich aan als een detective. Tussendoor brengen enkele liedjes enige verademing. Hier en daar valt beeldend taalgebruik in positieve zin op. Dit verhaal lijkt bewust geschreven om voorgelezen te worden. Bij het boek hoort een cd waarop het verhaal wordt verteld en muzikaal ondersteund door o.m. Jean Bosco Safari en Connie Neefs.

[Sofie De Jonckheere] Verberg tekst

In het stadje Veren worden de kinderen in een angstgreep gehouden. Niet alleen de circa 8-jarige Jonas maar ook zijn vriendjes merken dat alles waar zij het liefst van dromen, wordt gestolen door een angstaanjagende 'dromendief'. Zo verdwijnen een zeer gewenste nieuwe fiets, een heerlijke snoepjesboom en zelfs het dierbare vriendinnetje van Jonas in de schuilplaats van de dief. De kinderen durven niet meer te slapen en stuiten voortdurend op onbegrip bij de grote mensen. Gelukkig bezoekt een vriendelijke verhalenverteller het dorp, die samen met Jonas de 'dromendief' vangt. Spannend verhaal geschreven vanuit de optiek van Jonas waarin realiteit en fantasie elkaar afwisselen. Naast angst gaat het ook over vooroordelen, eenzaamheid en liefde. De auteur verplaatst zich zowel in de kinderen als in de reacties van de volwassenen. Geschreven in vlot, modern taalgebruik. De paginagrote, grijs-zwarte tekeningen passen goed bij het verhaal. Voor kinderen vanaf ca. 8 jaar.