Vijf jaar geleden hield Jef Geeraerts het na 14 kaskrakers van misdaadromans voor bekeken. De politiemannen Vincke en Verstuyft werden met pensioen gestuurd en Jef begaf zich opnieuw aan de echte literatuur. Op 'De nachtvogels' en 'Goud' hadden de fans niet echt zitten op wachten, maar nu is Geeraerts weer helemaal terug. Al weken prijkt hij met 'PG', zijn nieuwe misdaadroman, torenhoog in alle boekentoptiens. Verdiend overigens, want 'PG' is van het beste dat ooit uit zijn pen rolde. Het tweespan V&V is er niet bij, maar wel een hele resem figuren uit de hogere kringen: vieze vrome mannen uit de melkweg rond het Opus Dei, de bigotte freule die ze volledig onder de knoet van de crucifix zonder corpus hebben gekregen, de procureur-generaal die zijn vlaggenmast achterna loopt en die in de biotoop van al dan niet heilige schaamteloosheid de enige vrouw van vlees en bloed uit de roman zal versieren: zijn Poolse dienstmeid Maria. Maria, ze moest erbij, want zonder een vleugje seks geen nieuwe Geeraerts. Een gesprek met de auteur.
Die ochtend in de buurt van het station van Gent kwijt Geeraerts zich van een van de wellicht minder plezierige taken van gevierde auteurs: interviews geven. Nu Geeraerts zijn vroegere uitgeverij Manteau heeft geruild voor Prometheus is de druk er (waarschijnlijk) niet minder op geworden. Over die overstap wil hij overigens niets kwijt.
'Later misschien. Als u daarover iets wil weten, dan kan u beter mijn vorige uitgever spreken. Ik ben in 1979 misdaadromans beginnen schrijven. In 1993 ben ik daarmee gestopt. Het was tijd om de draad weer op te pikken. Meteen een gelegenheid om een andere uitgever te kiezen. Laten we het daarbij houden.'
Het interview is het zoveelste in de rij. Maar geen nood, Geeraerts trotseert het met een scherpe en een rustige geest. Het gevolg van Shibumi, de Japanse methode die hij huldigt, die hij anderen al heeft aangepraat en die draait rond het adagium 'rust die kracht geeft en kracht die rust geeft'.
Het gesprek zal twee uur duren. Enkele keren stoffeert Geeraerts zijn ideeën door man en paard te noemen, maar hij heeft de namen nog maar uitgesproken of hij is weer op zijn hoede en vraagt om ze zeker niet in de krant te zetten. Hij mag dan een grote liefhebber zijn van 'new journalism' (de actualiteit neerschrijven alsof het om een roman gaat), zelf schrijft hij nog altijd faction. Alle gelijkenissen moeten berusten op louter toeval.
Bistouri
Veertien misdaadromans lang hanteerde Geeraerts zijn pen als een bistouri die de maatschappelijke realiteit moest blootleggen. Dat is met 'PG' niet anders. PG staat voor procureur-generaal Albert Savelkoul die aan het hoofd van het Antwerpse parket-generaal is geraakt zonder dat hij daarvoor een politieke kaart op tafel heeft moeten leggen of heeft moeten rekenen op de achterhoedesteun van logebroeders of geestesgenoten van een of ander genootschap. Op het einde van zijn carrière vermeit Savelkoul er zich in zijn ivoren toren in dat hij een van de machtigste mannen van het rijk is. Hij heeft prostaatproblemen, maar die vergeet hij in het gezelschap van Louise, een mooi verwend kind uit wat Geeraerts graag de soft generation noemt. Louise is de maîtresse van Savelkoul. Tot de komst van Maria.
Dat PG een schuine schaats rijdt, verbaast de lezer niet. Hij zal, net als de auteur, zelfs een zekere sympathie gaan koesteren voor PG. Savelkouls vrouw, Marie-Amandine de Vreux d'Alsembourg, is immers een kreng. Geeraerts laat haar op het einde van zijn roman op haar kont vallen. Marie-Amandine, sinds jaren op zoek naar haar heilige maagdelijkheid, valt uit haar nis, de benen wijd gespreid. Met een onverholen gevoel van nijd kijkt Savelkoul naar de witte panty's en de dikke dijen die freule Marie-Amandine in deze ongewilde houding tentoon spreidt.
Het is de enige keer dat Albert en Marie-Amandine een dialoog zullen voeren in het boek. We zijn dan al ver voorbij pagina 200. Albert heeft pas vernomen dat Opus Dei via bemiddeling van de kabinetschef van de koning zijn zoon Didier (die 'numerair' is, zoals in Opus Dei-jargon de volwaardige, niet-getrouwde leden worden aangeduid) tot de adelstand heeft laten verheffen. Savelkoul beseft dat hij het slachtoffer is geweest van een smerige poging van afpersing vanwege Opus Dei. De hatelijkheden vliegen ten huize Savelkoul in het rond:
'- Didier is inderdaad perfect op zijn plaats in die sekte. Hij is altijd al te stom geweest om advocaat te worden. Dat is geen wonder: hij heeft de hersens van zijn moeder en van zijn bonmaman de Wasseige geërfd, het resultaat van jarenlange inteelt'
- Wat u nu gezegd heeft, vergeef ik u nooit! God zal u daarvoor straffen. U hebt de naam van mijn oudste zoon en die van de familie onteerd.
- Die titel en al dat Opus Dei-gezeik kunnen me geen lor schelen. En God kan voor mij de pot op.'
Aldus een flard uit de faction van ts. Een enkele keer zit hij dicht bij new journalism. Een gewezen hooggeplaatst Vlaams politicus had hem nochtans ooit naar het hoofd geslingerd: 'Geeraerts, ge moet niet aan politiek doen, ge moet boeken schrijven.'
Maar soms kan hij het niet laten. In 'PG' laat Geeraerts zich ontvallen wat hij denkt over de Nieuwe Politieke Cultuur en het Octopus-akkoord. Over een rijkswachter die van het nieuwe gerechtelijk systeem niet echt wakker ligt, schrijft hij:
'Zo'n houding kon hij zich anno 1999 rustig permitteren omdat de termen Octopus en Nieuwe Politieke Cultuur (indertijd gelanceerd tijdens de hysterie rondom de zaak-Dutroux) tijdens de verkiezingscampagne die nu volop op dreef was gekomen, dode letter waren geworden. Zoals gewoonlijk werd er gerekend op het geheugen van de modale kiezer dat was als de staart van een konijn, dat wil zeggen kort. Het laatste werd ten overvloede geïllustreerd door een beroemd geworden boutade van ex-kamervoorzitter Nothomb in de Cercle Gaulois: 'La nouvelle culture politique, c'est comme le beaujolais nouveau: ça se boit en ça se pisse.''
Tijd: Uw roman is gesitueerd in 1999. Op dat moment moeten de eerste gevolgen van het Octopus-akkoord al voelbaar zijn. U veegt de vloer aan met dat akkoord.
Jef Geeraerts: 'Ik hoop dat ik me vergis. Op papier is het Octopus-akkoord inderdaad een prachtige constructie. Ik geef toe dat er goede dingen in zitten, maar ik heb bedenkingen over de manier waarop het is ontstaan. Het is het resultaat van de hoofdstukken 1 en 2 uit ons nationaal rampenplan. Eerst had je de affaire-Dutroux, maar het FBI kan in de VS wel honderd zulke zaken voorleggen. Alles is bij ons nogal opgeklopt. Die madame Botte, die door de koning in de adel werd verheven, is daar een voorbeeld van. En dan kwam het tweede hoofdstuk: de ontsnapping van Dutroux. Ineens werden alle koppen bijeen gestoken om het Octopus-akkoord ineen te flansen. Rampenplan 2.'
'Men zegt dat het nu afgelopen is met politieke benoemingen in de magistratuur. Uitstekend. Maar als het waar is, mogen we niet vergeten dat we nog twintig jaar opgezadeld zullen zitten met magistraten die wél politiek zijn benoemd en die hun oude politieke cultuur niet zullen opgeven.'
'Mijn deductievermogen zegt mij dat wij aandachtig moeten blijven toezien hoe het akkoord zal worden uitgevoerd. Er is nog altijd een wereld van verschil tussen een tekst en de uitvoering. Ik ben benieuwd en pessimistisch tegelijk.'
'Ik stel vast dat de restauratie inmiddels met grote kracht aan het toeslaan is. Je hoort het aan de taal van de magistraten, aan hun algemeen protest tegen het akkoord. Ik weet evenmin of, indien het Octopus-akkoord wordt uitgevoerd, de efficiëntie van de rechtsbedeling zal verbeteren. Eerst zien en dan geloven, zeg ik maar.'
Research
Tijd: Zeven verhalen rond Vincke & Verstuyft waren blijkbaar genoeg. U bent na enkele jaren afwezigheid teruggekeerd naar de misdaadroman.
Jef Geeraerts: 'Ik heb na 'De nachtvogels' en 'Goud' twee jaar de pen neergelegd. In 1996 zijn dan in België zaken naar boven gekomen die ooit wel naar boven moesten komen. Zaken die de fictie overtroffen. Als ik voor 1993 in een van mijn misdaadromans zoiets zou hebben geschreven, had men mij zonder twijfel paranoïde verklaard.'
Tijd: Uw misdaadromans liegen er ook niet om. Het was maar al te duidelijk wanneer u het over de Bende van Nijvel had, over criminaliteit in de vastgoedsector, in de diamantsector, noem maar op. Er gaat blijkbaar nogal wat research aan vooraf.
Jef Geeraerts: 'Ik pik zowat overal dingen op, maar de plot vind ik wel zelf uit. Het moet in de eerste plaats een geloofwaardig verhaal zijn. Ik zal alle informatie dan ook vooraf checken. Voor het schrijven van de Coltmoorden heb ik me een colt gekocht. Om ermee te leren schieten.'
'Het checken doe je ook door veel gesprekken te voeren. Ik heb altijd goede relaties gehad met mensen van de gerechtelijke politie en de BOB. Ik heb veel gepraat met advocaten en met magistraten. In die wereld voel ik me nogal thuis. Wat ik hoor, is niet altijd de waarheid, maar aan de manier waarop wordt ontkend en geloochend, verraden mensen zich altijd. Aan de manier waarop iemand iets ontkent, weet ik wanneer hij liegt.'
Tijd: In 'Het Rashomon-complex' werd Opus Dei al opgevoerd. In 'PG' gebeurt dat opnieuw. We krijgen er het Hof bovenop.
Jef Geeraerts: 'De band tussen Opus Dei en het Hof moet je wel even nuanceren. Het Hof zit, zoals we gezien hebben bij de begrafenis van koning Boudewijn, in de beweging van de charismatische vernieuwing. We zagen Fabiola in het wit, een gelukzalige lach op haar gezicht. Ik denk dat het hele Hof is ingekapseld in de charismatische beweging. Prins Lorenz van Habsburg daarentegen heeft een algemeen bekende sympathie voor Opus Dei.'
Tijd: Net als een aantal toppolitici, zo laat u uitschijnen.
Jef Geeraerts: 'Enkele prominente CVP-politici van rechtse strekking hebben sympathieën voor Opus Dei.'
Tijd: Hoe weet u dat zo P>Jef Geeraerts: 'Soms door toeval. Laatst zag ik op televisie een interview met zo'n persoon. Naast hem op zijn bureau zag ik een crucifix zonder corpus liggen. Dan weet je het wel.'
Tijd: Als ik even mag citeren:
'Een ander facet van zijn gestoorde persoonlijkheid toonde hij tijdens het toepassen van de regels der Heilige Plichtenleer, de Praxis. Hij had een geraffineerde vorm van geestelijk sadisme afgekeken van de jezuïeten.'
Of verder: zijn activiteiten als vicaris van het Belgische Opus Dei, een taak die soms onverbiddelijke hardheid vereiste, plus heilige schaamteloosheid, iets waar hij niet de minste moeite mee had, omdat er in De Weg altijd wel een spreuk te vinden was die zijn handelwijze goedpraatte. Van de jezuïeten nam hij graag de term 'pia fraus' over. Hij hing letterlijk aaneen van precieus geformuleerde 'vrome leugentjes om bestwil'.
De personages uit het boek die met Opus Dei zijn gelieerd, hebben allen iets vreselijks jezuïtisch, iets beangstigends, bijna ziekelijks.
Jef Geeraerts: 'Heb je 'De Weg' van Josemaria Escriva de Balaguer al eens gelezen? De 999 spreuken uit 'De Weg' zijn duidelijk geïnspireerd op wat Ignatius van Loyola enkele eeuwen geleden heeft gezegd, maar bij Escriva vind je dat in nog extremere vorm. Bij Opus Dei gaat het om de totale heerschappij over de kerk en over de mens. Na de lectuur van de spreuken kan je niet anders dan gaan twijfelen aan de verstandelijke vermogens van wie ze heeft bedacht. Als je de bijbel strikt volgt, zal je nooit onderschrijven wat de beweging dicteert. De doelstellingen van Opus Dei zijn extreem en gevaarlijk. Opus Dei getuigt van een grenzeloze hoogmoed en machtshonger.'
Tentakels
Tijd: Wat u in het boek suggereert is de toenemende macht van Opus Dei. Is ook dat een reëel gegeven?
Jef Geeraerts: 'De macht van Opus Dei is de jongste tien jaar enorm toegenomen. De eigenlijke macht zit niet bij de echte leden. Die zitten opgesloten in een soort kloosters. De macht zit in een verfijnd apparaat dat zijn tentakels heeft uitgezet bij de mensen die in het echte, gewone leven zitten. Mensen op hoge posten, in alle geledingen van de maatschappij, die weliswaar getrouwd zijn, maar die de regels van Opus Dei strikt toepassen in hun werk en hun familieleven.'
Tijd: De modus operandi die u beschrijft, is bij momenten beangstigend akelig. Om nog eens te citeren:
'Nadat hij de hoorn had neergelegd, besloot van Reyn voorlopig de informatie nog voor zichzelf te houden en rustig de tijd te nemen om na te denken over de te volgen tactiek. Hiervoor had hij een geëigende werkwijze: eerst zijn geest herleiden tot wat hij noemde 'een gasvormige substantie' en hem daarna 'ioniseren', zodat hij 'het brandpunt haarscherp kon afstellen'. Met andere woorden: enkele minuten mediteren over een spreuk van El Padre. Hij kende ze alle 999 uit het hoofd. Hij koos zijn geliefde nummer 394: 'Sluit geen compromissen, want dat is het onbetwistbare teken de waarheid niet te bezitten.'
En verder:
'Hij deed nauwgezet zijn Plicht, dat wil zeggen toezicht houden op de dagindeling en de geestelijke training die plaatsvond onder permanente dwang (de hulp om te volharden).'
Jef Geeraerts: 'Elk lid van Opus Dei moet jaarlijks op 19 maart - Sint-Jozefsdag - een lijst maken met aan de ene kant het fluiten, aan de andere het vissen. Het fluiten is naar de mensen toestappen en ze uitkiezen om ze nadien te kunnen vissen. Het uitwerpen van het net gebeurt met uiterste charme en vriendelijkheid, maar eens in het net begint de brainwashing en het vernietigen van de persoonlijkheid. Net zoals dat bij de jezuïeten ging. En bij de SS'ers. Zonder de jezuïeten zou Escriva Opus Dei trouwens nooit hebben opgericht. Armoede en kuisheid moest de SS niet per se hebben, maar voor de rest is er geen verschil: ogen dicht en gehoorzamen. Leichengehorsam. Als je hun vorming ondergaat, is het gedaan met je persoonlijkheid. Je komt in een soort tunnelvisie terecht.'
Tijd: Met het nobele doel God te behagen?
Jef Geeraerts: 'Het gaat om macht, niets anders dan macht. Om 'numerair' te worden moet je minstens één en liefst twee universitaire diploma's hebben. Opus Dei zoekt uitsluitend in universitaire kringen naar uitzonderlijk begaafde en welgestelde mensen. Het doel is de heerschappij van de geest plus de heerschappij van het geld.'
Tijd: In de roman stelt u dat ook het grootkapitaal deels in de handen van Opus Dei is beland.
'Hij nam het artikel in de Frankfurter Allgemeine over bepaalde benoemingen in de Duitse bankwereld opnieuw ter hand. Tot zijn genoegen ontdekte hij twee namen van coöperanten van Opus Dei in wat hij sleutelposities noemde.'
Jef Geeraerts: 'Ik raad u de lectuur aan van een dossier van 'Le Nouvel Observateur' over de infiltratie van Opus Dei in het Franse grootkapitaal. Daar vind je de namen Schweitzer, Pineau-Valencienne. Commentaar overbodig, zeg ik maar. Twee jaar geleden sprak ik met een gewezen Duitse bankier. Hij zei me dat ik d zou staan, mocht ik weten welke macht Opus Dei in de Bundesbank heeft verworven. In de allergrootste bedrijven heeft Opus Dei zijn genadeloze, fanatieke managers.'
'Het erge is dat veel mensen niet eens een notie hebben van een fenomeen dat op het einde van deze eeuw zo belangrijk is geworden. Wie heeft bijvoorbeeld de European University, dat nest van bedrog uit Antwerpen, overgenomen? Opus Dei.'
Tijd: De rode draad is schaamteloosheid, lees ik.
'Als het erop aankwam de belangen van het Opus te dienen, had Hervé van Reyn een volstrekt gebrek aan scrupules, wat hij Onze Heilige Schaamteloosheid noemde.'
Jef Geeraerts: 'Figuren als Hervé van Reyn en Ernst Jacobi uit het boek, het bankennetwerk Stiftung Limmat, dat miljarden beheerde voor Opus Dei en dat ik aanhaal, ze bestaan echt.'
Tijd: Ik neem aan dat het niet op hun gezicht te lezen is?
Jef Geeraerts: 'Op recepties bijvoorbeeld zijn ze heel charmant. Ze zijn ook heel verzorgd gekleed. Als je desondanks zou vragen of ze lid zijn van Opus Dei, zouden ze het met droge oogjes ontkennen.'
Tijd: Haalt u ze eruit?
Jef Geeraerts: 'Ja, vooral door hun verklaringen. Ze verraden zichzelf altijd. Je kon veel horen aan de manier waarop destijds werd gereageerd op het ontslag van Johan van Hecke als voorzitter van de CVP.'
Tijd: U doelt op een aantal CVP-prominenten. Enkelen zijn vermeende leden van Opus Dei?
Jef Geeraerts: 'Bij de rechterzijde van de CVP telt Opus Dei een groot aantal sympathisanten. Ook in de adel. Daar kan je zeker van zijn. De wilde dromen over een herstel van het oude Habsburgse rijk zitten er diep in. Die ideeën worden door Opus Dei in hogere maatschappelijke, culturele, academische en adellijke kringen gehuldigd. Escriva zei niet voor niets letterlijk dat Hitler een schitterend man was. Hij was een fervent aanhanger van Franco. Pinochet en zijn regering hadden zeer veel sympathie voor Opus Dei. Zuid-Amerika is niet toevallig een van de gebieden waar Opus Dei het best floreert.'
'Als ik sommige politici op televisie bezig zie, of ik lees wat ze hebben geantwoord, dan weet ik meestal heel goed de leugen van de halve waarheid te onderscheiden. Het is een spannende bezigheid naar hen te luisteren, te kijken hoe ze zich soms alleen al met de beweging van hun adamsappel verraden.'
Tijd: In het tijdsbeeld zoals u dat in 'PG' schetst, speelt partijpolitiek geen al te grote rol. Ook in uw eerdere misdaadromans was dat zo. Om een aantal grote naoorlogse dossiers te begrijpen, moet men volgens u de partijgrenzen overschrijden omdat de machtsstrijd zich op een ander niveau afspeelt: tussen aan de ene kant de vrijzinnigen, waarbij socialisten en liberalen hand in hand kunnen gaan, en aan de andere kant rechts-conservatieve katholieke kringen rond charismatische bewegingen, Opus Dei... noem maar op.
Jef Geeraerts: 'Neem het Agusta-proces. Als je de politieke strekking van de leden van het Hof van Cassatie bekijkt en de strekking van de verdachten, dan zie je zo dat Agusta het proces is van Opus Dei tegen de loge. Ik vind dat niet uit, hé. Het zijn feiten die in het oog springen. Zelf de pers heeft het gesuggereerd. En in de KB Lux-affaire is het net andersom.'
'Onderschat de macht niet die het Belgique à papa nog heeft. De manier waarop men Fred Chaffart bij de Generale Bank heeft weggewerkt, was voor mij een duidelijk signaal. Voor mij hoefde er geen tekening bij. Een verjaardagscadeau aan Zijne Majesteit, jawel.'
'De macht van de conservatieve kaste is de laatste tien tot vijftien jaar in topsnelheid toegenomen. Al wat ze hebben, geven ze overigens niet meer af.'
'Maar wat ik het meest angstaanjagend vind in dit land is de groeiende invloed die de twee ideologieën krijgen op de rechtsbedeling. Dit is een rechtstreekse ondermijning van de rechtsstaat.'
Goudmijn
Tijd: België moet voor een auteur van misdaadromans een zeer vruchtbare bodem zijn.
Jef Geeraerts: 'Een goudmijn. Mijn boek is een schelmenroman die gaat over de magistratuur, Opus Dei, de adel, de ondernemingswereld, de onderwereld. Dat zijn vijf dingen die de moeite waard zijn voor een spannend verhaal. De combinatie van die vijf werelden bezorgt mij een jeukende angst die vertrekt van het onderste van mijn ruggengraat en die een soort instrument begint op te laden: mijn registreerapparaat.'
Tijd: 'Ik wil de lezer een camera in het hoofd duwen zodat hij precies ziet wat zich in het boek afspeelt', zo zei u in een interview met Knack. 'En ik blijf de stijl zeer belangrijk vinden, want schrijven heeft voor mij alleen maar zin als mijn boeken literaire waarde hebben.' Dat is gelukt. De vrucht van hard wroeten?
Jef Geeraerts: 'Meestal zit ik maandenlang op de eerste kapitale zin te broeden.'
Tijd: En dan komt plots de inspiratie?
Jef Geeraerts: 'Inspiratie bestaat niet. Een engel die je hand vasthoudt, bestaat niet. Schrijven is enorm moeilijk. Sommige stukken heb ik wel tienmaal herschreven, met de hand. De perfecte zin is het resultaat van veel P>Tijd: U behoort nog tot die generatie die met de hand schrijft. Nog niet aan een pc gedacht?
Jef Geeraerts (met een zucht): 'Van mijn uitgever krijg ik, als ik wil, onmiddellijk een pc. Moet ik hier opnieuw een cursus geven over de nefaste invloed van de pc op de creativiteit, over de pc en de armoede van de stijl? Het principe is zeer eenvoudig. We hebben leren schrijven met de hand. Als je dan fundamenteel ingrijpt in de functie van de zenuwbanen die lopen van de vingertoppen naar de hersenen, gaat het mis. Dan wordt namelijk de Latijnse syntaxis, die perfecte zinnen opbouwt, verstoord. Met een pc werken gaat sneller, maar het gaat ten koste van de kwaliteit van de taal.'
Tijd: Krijgen we, naar analogie met uw eerste reeks misdaadromans, nu opnieuw elk jaar een nieuwe?
Jef Geeraerts: 'Laatst zat ik in de opera en opeens schoot mij een beeld te binnen van een reis, vier jaar geleden in Laos. Ik moet terug naar Laos om te componeren, om zo getrouw mogelijk de sfeer te kunnen scheppen die de lezer vanaf de eerste zin bij zijn nekvel zal grijpen.'
Tijd: U bent in uw hoofd al aan het schrijven.
Jef Geeraerts (met de wijsvinger aan de lippen): 'Als ik er nu één woord over zou loslaten, is het alsof ik een vloek zou uitspreken en alle boze geesten me plotseling in de nek zouden springen.'
Verberg tekst