Een grimmig mysterie
Belofte maakt schuld, dat is de harde les die De rattenvanger van Hamelen ons leert. Dit bekende Duitse volksverhaal is eigenlijk geen sprookje, zoals vaak verkeerd gezegd wordt, maar een sage. Het verhaal speelt zich immers niet af in een onbepaald land, hier ver vandaan, maar in een bestaande plaats uit de realiteit die bij naam genoemd wordt. Ook het jaar van het onheil wordt vermeld, 1284. Het verhaal is bekend: het stadje Hamelen wordt geteisterd door een rattenplaag. De bewoners maken dankbaar gebruik van de hulp van een rattenvanger van buiten het dorp. Hij is een zonderlinge man, die de ratten met een fluitje lokt. Gehypnotiseerd door de muziek springen de ratten in de rivier en verdrinken. Maar wanneer de rattenvanger zijn beloning komt opeisen, minimaliseren de bewoners van Hamelen zijn verdiensten en weigeren ze te betalen. Hun straf is verschrikkelijk: de rattenvinger transformeert zich tot kinderlokker en neemt op een morgen de kinderen uit het stadje mee naar een grot. Twee kinderen, een blinde en een stomme, blijven achter, maar de 130 anderen worden nooit meer teruggevonden.
Dit volksverhaal is een van de akeligste uit de collectie van de Gebroeders Grimm en het ongelukkige einde wordt in deze uitgave niet hersteld. Wel zijn er veel aanpassingen aan de vertelstijl gebeurd, vooral in de eerste delen van het verhaal. Renate Raecke (in een vertaling van Tjalling Bos) vertelt de sage opnieuw in de tegenwoordige tijd en in een levendige stijl. 'Iedereen is bang en wanhopig,' schrijft ze bijvoorbeeld: 'Wat moeten ze doen?' Ook de schuld van de bewoners van Hamelen wordt veel duidelijker in de verf gezet dan bij Grimm, waar het eerste deel van de sage in slechts enkele zinnen verteld wordt. Zo wijdt Renate Raecke een hele bladzijde uit over de welvarendheid van het stadje, waar de molens goed draaien en er van alles op de markt te koop is. Dat de bewoners dit niet met de rattenvanger willen delen, zet hun egoïsme en hypocrisie des te duidelijker in de verf. De burgemeester treedt daarbij prominent als schuldige op, want hij 'belooft zelfs op zijn erewoord dat de rattenvanger het afgesproken loon krijgt.' In de versie van Grimm wordt expliciet vermeld dat de dochter van de burgemeester bij de verdwenen kinderen hoort, maar die zin wordt hier weggelaten ? dat specifieke kind wordt dus niet voor de daden van haar vader verantwoordelijk gesteld. De religie krijgt wel indirect een veeg uit de pan. De volwassenen zitten weliswaar in de kerk wanneer hun kinderen weggelokt worden, maar ze houden zich niet aan hun beloftes en hun geloof wordt dus voorgesteld als uiterlijke schijn.
Het is echter niet de tekst die deze uitgave van De rattenvanger van Hamelen zo bijzonder maakt. Wel zijn het de illustraties van de Oostenrijkse illustratrice en winnares van de Hans Christian Andersen Medal, Lisbeth Zwerger. Zij heeft de laatste vijfendertig jaar al verschillende sprookjes en klassiekers geïllustreerd, onder andere van Grimm, maar ook van bijvoorbeeld Oscar Wilde en Clemens Brentano. Ze wijkt daarbij regelmatig af van de voorspelbare beelden, en zeker van de klassieke illustratiestijl voor sprookjes. Zwerger weet met haar dromerige prenten en intrigerende interpretaties nieuwe betekenislagen aan het verhaal toe te voegen, en zet niet zelden de hardheid van de volksverhalen in de verf.
In de meeste oude sprookjesillustraties van Zwerger, zoals die in haar bekende versie van Roodkapje en Hans en Grietje, gebruikt ze nauwelijks achtergrond. In dit boek volgt ze dat principe in enkele prenten. Zo zie je op de schutbladen bijvoorbeeld slechts één huis tegen een groot lichtgrijs vlak. Je komt zo als het ware vanuit het niets de stad binnen. Interessant is ook de prent zonder achtergrond nadat de kinderen verdwenen zijn. Zwerger kadert haar illustratie met aan weerskanten een stukje van een huis, en in het midden een grote, lege vlakte. Het gemis wordt nog eens onderstreept door de leegte in de kinderwagen die een jonge vrouw voortduwt. Zwerger plaatst haar illustraties onmiskenbaar in een Middeleeuwse setting, maar doet dat vooral door de details: Middeleeuwse kleren, een huis met het typisch Duitse Fachwerk, een wapenschild aan de muur. Voor de rest maken haar prenten een sobere indruk met hun gebrek aan details en eentonige, vaaggrijze kleurtinten. Hierdoor wordt de aandacht maximaal naar de figuren getrokken, en daar gaat het natuurlijk over. Zo bouwt Zwerger een sterk contrast tussen twee afbeeldingen van het stadsbestuur. In de eerste prent halen ze de rattenvanger nog onderdanig en vleiend binnen. De compositie van deze illustratie wordt even later hernomen, maar de figuren gedragen zich nu heel anders: licht gegeneerd en huichelachtig hebben ze de deur voor de rattenvanger gesloten. Je ziet hen hopen dat hij maar snel weer verdwijnt. De leeuwen op het wapenschild dat aan de muur hangt, delen mee in de emotie: een leeuw houdt nu angstvallig de deur in de gaten, de andere lijkt het alvast uit te schreeuwen in anticipatie op het onheil dat komen gaat.
Twee andere illustraties springen nog uit het boek. De eerste prent waarin de rattenvanger afgebeeld wordt, is natuurlijk bijzonder opvallend. Hij wordt vanuit kikkerperspectief belicht, en torent uit boven het stadje. De donkergrijze wolken voorspellen weinig goeds en door zijn hoed met de rattenstaart verschijnt ook de rattenvanger als een onheilspellende figuur. Later wordt hij afgebeeld zonder gezicht ? je ziet alleen zijn rode hoed, die met een soort duivelse tekens beschreven is. Ook het beeld waarin hij de kinderen meelokt, is erg krachtig, vooral om dat het een van de kleurigste uit het hele boek is. Zwerger toont een groep lopende kinderen tegen een grasgroene achtergrond, belicht vanuit een vogelperspectief. De lezer neemt hier als het ware de positie van de rattenvanger in, al kan je vermoeden dat die niet achterom kijkt. Het beeld bevat veel dynamiek, de kinderen lopen bijna letterlijk het beeld uit. Dat staat mooi in contrast met het rijtje starre, biddende volwassenen onderaan de tekstbladzijde naast deze prent. Hoewel sommige kinderen duidelijk middeleeuws gekleed zijn, doen enkele anderen erg hedendaags aan. Hun gezichtsuitdrukking is intrigerend, en veel ingetogener en mysterieuzer dan de gehypnotiseerde blik van het kind op de vorige bladzijde (de prent die ook op de cover staat). Sommige kinderen lijken willoos achter de rattenvanger te lopen, anderen hebben iets lichtvoetigs, vastberaden of bijna vrolijk. De prent bevat ook de nodige ironie, als je weet dat de kinderen mogelijk hun dood tegemoet lopen.
In het nawoord legt Renate Raecke uit dat de rattenvanger van Hamelen mogelijk gebaseerd zou zijn op een echte ramp die de kinderen uit het stadje getroffen zou hebben: misschien werden ze geronseld voor werk in Oost-Europa, of zijn ze omgekomen door de pest. De geschiedenis heeft het mysterie rond dit verhaal nog niet opgelost, net zoals de Gebroeders Grimm niet onthullen waar de kinderen gebleven zijn. Het blijft echter een intrigerende sage, die door Lisbeth Zwerger voorzien werd van sfeervolle en intrigerende beelden. [Vanessa Joosen]
Verberg tekst