Het jaar 1506 wordt zowel gezien als het eind van de middeleeuwen als het begin van de nieuwe tijd. Henk Boom illustreert dit door een fictieve dagboekschrijver, de Vlaming Hendrik VandenZavel, in die tijd door Europa te laten reizen en hem met mensen als Macchiavelli, Michelangelo en Erasmus te laten praten over hun werkzaamheden, hun opvattingen en over hun tijd. Deze 'interviews' vormen de kern van het boek; ze worden aangevuld met historische beschrijvingen. De nadruk ligt op Italië, Spanje en Portugal, op vorsten, theologen en kunstenaars. Deze journalistieke aanpak van deze periode is ook de bedoeling van de auteur, die zelf journalist (correspondent in Spanje) is, maar ook over Karel V en zijn tijd heeft gepubliceerd. Het boek is vlot geschreven en mooi in zwart-wit geïllustreerd. Het is gebaseerd op bestaande literatuur en heeft geen wetenschappelijke pretensies, kent geen voetnoten, maar wel een literatuurlijst. In het voorwoord wordt vermeld dat VandenZavel verzonnen is, in de tekst zelf is de rol van deze figuur zo groot en zo vervlochten met die van historische personen, dat het voor de lezer verwarrend is: heeft hij een historische roman of een geschiedenisboek in handen? Voor wie dat niet stoort, is dit een aardig boek. Verberg tekst