Als Sofie (8) gaat logeren bij oma en opa op de camping, blijkt er nog een jongetje in de caravan te logeren. Dit bijzondere jongetje is verlegen en angstig. Zou het Sofie lukken om hem bij het vriendengroepje ‘De pinguïnclub’ te laten horen? En wat zou de spannende verrassing zijn die beloofd is? De teksten over de vakantie van Sofie worden afgewisseld met non-fictie gedeeltes over pinguïns en hoe de mens heeft geprobeerd te vliegen. Grappige foto-stripverhalen over de kiwivogel en zijn familie zijn door het verhaal heen geplaatst. Een groot aantal ongewone, karikaturale illustraties staat tussen de teksten. Het resultaat is een soort stripverhaal dat jonge lezers zal aanspreken. Niet voor niets is het eerste deel uit de serie, 'Sofie en de pinguïns' (2010)*, bekroond met de Pluim van de Senaat van de Nederlandse Kinderjury 2011 en de Prijs van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury 2012. Bijzonder is dat op de binnenkant van het achterplat andere schrijvers vertellen over hun ervaringen met dromen over vliegen. De auteur heeft onlangs de Zilveren Griffel ontvangen voor ‘Toen kwam Sam’. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar. Verberg tekst