Op een vakantie in Griekenland wordt de 17-jarige Amerikaanse Chloë Mills (ik-figuur) gegijzeld. In de ruimte waarin ze verblijft, heeft ze slechts contact met één persoon. In het begin is hij vooral een vijand, maar in de loop van de drie maanden gevangenschap krijgt Chloë steeds meer sympathie voor de man en wordt ze verliefd op hem. Het verschijnsel wordt het stockholmsyndroom genoemd, ook in het psychologisch rapport dat na haar vrijlating verschijnt. Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van Chloë. In de proloog kondigt ze aan niet het werkelijke verhaal te zullen opschrijven voor de psycholoog. De lezer krijgt wel haar verhaal, dat uiteindelijk ook in handen van de psycholoog belandt. Tussen de hoofdstukken staan berichten uit de VS over acties om haar vrij te krijgen. Het boek leest vlot. De vertaling bevat Vlaamse uitdrukkingen en zinswendingen: 'doodgraag' voor 'dolgraag' en 'Het zagen er Engelse boeken uit'. Vanaf ca. 15 jaar.