In tien jaar tijd heeft deze Vlaamse kookboekenschrijfster heel veel Bretoense streekgerechten leren kennen – én maken. Anouk opende samen met haar man, kok Joris, een maison d'hôtes in een geheel verbouwd huis in de buurt van Vannes, in het zuidelijke deel van Bretagne met zijn milde microklimaat. Vóór die tijd had het stel een succesvol restaurant in Antwerpen gedreven met vooral gerechten uit de Midi, en verzorgden kookworkshops. De eerste helft van het boek verhaalt vooral over de aankoop en verbouwing van het pand, de rol van familie, vrienden, lokale ambachtslieden, de buren, de gasten, de burgemeester, de huisdieren. Verder leert de lezer wat Bretoense uitdrukkingen en wordt men bijgepraat over de relatie van deze rebelse regio met Parijs. In de tweede helft komen vooral tientallen mooie plekjes voorbij, met uiteraard tips voor restaurantjes. Het boek dient natuurlijk ook de promotie van het eigen bedrijf maar dat is niet de voornaamste inzet van de schrijfster, zij wil toch vooral de veel betere kwaliteit van leven in Bretagne (vergeleken met Antwerpen) voor het voetlicht halen. Met twee katernen kleurenfoto's. Een positief boek over leven, werken en eten in Bretagne. Verberg tekst